Zoeken

9782 resultaten gevonden

  1. VR 2021/153 IJscomannen, snorfietsers en rechtsbescherming tegen verkeersbesluiten

    Column
    VR 2021/153 IJscomannen, snorfietsers en rechtsbescherming tegen verkeersbesluiten De Haagse ijscoman Moes had vorig jaar zeer waarschijnlijk een goede kerst. Moes heeft al jaren met zijn ijscokar een vaste plek op het Binnenhof. Hij gebruikt daarbij een klassiek model kar met een witte bak op een zwarte driewielige brombakfiets uit een niet gepubliceerd maar niet al te recent bouwjaar. Vanaf 1 december 2020 kon hij het Binnenhof ineens niet meer bereiken als gevolg van de instelling van een milieuzone voor bromfietsers in het centrum van Den Haag. 1) Zijn ijscokar viel onder het uit milieu
  2. VR 2021/154 Wat bracht ons één jaar corona in het (verkeers)strafrecht?

    Column
    VR 2021/154 Wat bracht ons één jaar corona in het (verkeers)strafrecht? Corona en criminaliteitscijfers Eén jaar geleden – in december 2020 – keek uw columnist in dit tijdschrift terug op de voorbijgegane maanden die werden beheerst door de coronapandemie. Zelfs geboren pessimisten hadden niet kunnen bedenken wat een voor de mens nieuw virus in korte tijd aan maatschappelijke ellende en schade kon aanrichten, was de constatering. Dat gaf allemaal geen aanleiding tot vrolijkheid bij de kerstboom. Nu, een jaar later is de kerstboom onderhand weer opgetuigd en lijkt het virus er opnieuw aanspraak
  3. VR 2021/155 Corona en letselschade

    Column
    VR 2021/155 Corona en letselschade Sinds de uitbraak van Corona zijn diverse publicaties verschenen over de invloed van Corona op de civielrechtelijke aansprakelijkheid, bijvoorbeeld in het kader van de werkgeversaansprakelijkheid 1) of medische aansprakelijkheid 2). Ik beoog geen overzicht of samenvatting te geven van deze artikelen, maar beperk mij tot een aantal signaleringen op het raakvlak van Corona met letselschade. Strengere zorgplicht bij de thuiswerkplek? Een eerste onderwerp betreft de vraag hoe de ontwikkelingen en beperkende maatregelen die de overheid ons oplegt, moeten worden
  4. VR 2021/156 Grenzen aan de risicoaansprakelijkheid van de bezitter van een opstal?

    Column
    VR 2021/156 Grenzen aan de risicoaansprakelijkheid van de bezitter van een opstal? Het jaar is 2025. Een balkon valt van een huis en veroorzaakt schade aan daaronder geparkeerde auto’s. Het is geen incident, in het hele land doen zich soortgelijke gebeurtenissen voor. Soms lijden derden slechts zaakschade, soms lijden ze ernstige personenschade. Al snel blijkt dat geen sprake is van toeval, maar van een gebrek in het beton. Door een tekort aan zand en grind voor het maken van beton 1) zijn fabrikanten naar goedkope alternatieven op zoek gegaan. Eén alternatief blijkt niet goed, het daarmee
  5. VR 2021/157 Wat is 'vasthouden'?

    Column
    VR 2021/157 Wat is ‘vasthouden’? Over rijden met een telefoon op schoot en bruine boterhammen Lichte vergrijpen leiden soms tot interessante rechtspraak. Een voorbeeld is overtreding van artikel 61a van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV). Dat verbiedt – kort gezegd – degene die een voertuig bestuurt tijdens het rijden een mobiele telefoon ‘vast te houden’. Overtreding van dit verbod kan beboet worden op grond van de Wet Mulder. Het afgelopen jaar kreeg de kantonrechter meermaals de vraag voorgelegd of het op schoot of op de knie houden van een telefoon kan worden aangemerkt
  6. VR 2021/158 Mobiele telefoon. Vasthouden?

    Jurisprudentie
    Hoewel het hof begrijpt dat met het oog op de verkeersveiligheid een sanctie voor het op schoot hebben van een telefoon tijdens het rijden gerechtvaardigd kan zijn, is het hof van oordeel dat artikel 61a van het RVV 1990 daarvoor geen grondslag biedt. Het op schoot of op het been hebben van een mobiele telefoon kan niet worden aangemerkt als vasthouden in de zin van voornoemd artikel. Dat zou een zodanige extensieve interpretatie zijn dat dit de rechtsvormende taak van het hof te buiten gaat. Uit de verklaring van de ambtenaar volgt wel dat de betrokkene in dit geval zodanig verkeersgedrag
  7. VR 2021/159 Mobiel elektronisch apparaat vasthouden tijdens rijden. Gebruik?

    Jurisprudentie
    De stelling van de betrokkene dat hij niet al bellend aan het rijden was, kan hem niet baten, ook niet als zou blijken dat deze stelling juist is. De regelgever heeft namelijk het vasthouden van een mobiele telefoon strafbaar gesteld, zodat niet relevant is of de betrokkene heeft getelefoneerd. Om die reden waren de ambtenaren niet gehouden om in te gaan op het aanbod om de historische gegevens van de mobiele telefoon te controleren. Tot slot schrijft geen rechtsregel voor dat het bij de vaststelling dat een gedraging als deze is verricht, noodzakelijk is om bij de staandehouding vast te
  8. VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht

    Artikel
    VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: het kan verkeren Prof. dr. W. Vandenbussche en C. De Ridder * * Docent Instituut voor Procesrecht Universiteit Gent, advocaat, respectievelijk praktijkassistent en wetenschappelijk medewerker Universiteit Antwerpen, advocaat. 1. Inleiding Deze bijdrage geeft een overzicht van een aantal recente ontwikkelingen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, die relevantie vertonen voor het verkeerscontentieux. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de aansprakelijkheid bij e-steps (paragraaf 2), het
  9. VR 2021/160 Dood door schuld. Recht op leven. Positieve verplichtingen.

    Jurisprudentie
    De ouders en de zuster van een slachtoffer van een verkeersongeval bij het EHRM over schending van art. 2 EVRM. Het slachtoffer kwam op 7 juli 2012 in Zagreb om het leven bij een botsing met een sports utility vehicle (SUV). Die botsing ontstond doordat de bestuurder van de SUV, D.M., op een kruising een rood verkeerslicht negeerde op het moment dat het slachtoffer, motorrijder, bij voor hem groen licht de kruising opreed. Ten tijde van het ongeval verkeerde de bestuurder van de SUV onder invloed. De bestuurder werd veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar en inhouding van het
  10. VR 2021/17 Lokale verkeersregels

    Artikel
    VR 2021/17 Lokale verkeersregels Over de verbindendheid van gemeentelijke verordeningen die eigen verkeersregels bevatten Mr. J.L.W. Broeksteeg * * Hansko Broeksteeg is universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit. Gemeenten stellen soms hun eigen verkeersregels vast. Zo zijn er regels dat de voetganger in winkelstraten of op markten zijn fiets niet mee aan de hand mag voeren, dat caravans niet al te langdurig langs de openbare weg geparkeerd mogen worden, dat de snorfietser op de rijbaan moet rijden en een helm moet dragen en dat fietsen in een daartoe bedoelde voorziening
  11. VR 2021/18 Termijnen bij het onderzoek naar rijden onder invloed

    Column
    VR 2021/18 Termijnen bij het onderzoek naar rijden onder invloed Al enkele decennia weten wij dat bij het onderzoek naar het gebruik van alcohol en andere bewustzijnsbeïnvloedende middelen in het verkeer allerlei ‘strikte waarborgen’ moeten worden nageleefd. Zo heeft de Hoge Raad al in 1978 beslist dat de bepalingen van het oude Besluit alcoholonderzoeken en de Regeling bloed- en urineonderzoek moesten worden aangemerkt als een stelsel van ‘strikte waarborgen’ waarmee de wetgever het onderzoek had omringd. 1) Niet-naleving van een van die waarborgen moest leiden tot vrijspraak van de verdachte
  12. VR 2021/19 Rijden onder invloed. Strikte waarborgen. Aangewezen ambtenaar.

    Jurisprudentie
    Art. 10 lid 3 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer moet aldus worden uitgelegd dat nog steeds de eis geldt dat de opsporingsambtenaar die het ademonderzoek uitvoert over de “voor het bedienen van het ademanalyseapparaat benodigde kennis en vaardigheden” dient te beschikken. Omdat dit een waarborg is voor de betrouwbaarheid van het onderzoek als zodanig, behoort het vereiste tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als bedoeld in artikel 8 lid 2 en 3 WVW 1994 is omringd. Sinds de inwerkingtreding van het huidige Besluit geldt echter niet meer het vereiste dat het
  13. VR 2021/20 Rijden onder invloed. Bloedonderzoek. Termijn. Bewaring en verzending bloedmonster. Buitenlands laboratorium.

    Jurisprudentie
    Het hof kan niet vaststellen dat het bloedonderzoek is verricht binnen veertien dagen zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Voorts kan het hof niet vaststellen wat er in de periode tussen verzenden door de politie en ontvangen door een ander onderzoekslaboratorium dan waar het heengezonden is, met het bloedmonster is gebeurd en of het bloedmonster in die periode volgens de regels is bewaard dan wel of er verdere waarborgen zijn geschonden. Derhalve wordt de verdachte vrijgesproken van het eerste aan hem tenlastegelegde rijden
  14. VR 2021/22 Rijden onder invloed van een stof anders dan alcohol. Bloedafname. Termijn. Strikte waarborgen.

    Jurisprudentie
    Onder (strikte) waarborgen worden begrepen voorschriften die ertoe strekken dat de betrouwbaarheid van het - in dit geval - bloedonderzoek wordt gewaarborgd, dan wel voorschriften die noodzakelijk zijn voor de verdachte om zichzelf in verband daarmee te kunnen verdedigen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de 90-minuten-termijn hiertoe niet behoort te worden gerekend.
  15. VR 2021/23 Rijden onder invloed. Bloedproef. Strikte waarborgen. Verzending.

    Jurisprudentie
    Vooropgesteld moet worden dat van ‘een onderzoek’ als bedoeld in art. 8, vijfde lid WVW 1994 slechts sprake is indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Tot die waarborgen behoort onder meer dat het afgenomen bloedmonster zonder uitstel wordt toegezonden aan het laboratorium dat met het onderzoek daarvan is belast (vgl. HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1684).De verdachte is op 29 december 2018 gevorderd mee te werken aan een speekseltest. Als resultaat werd gezien een indicatie voor cannabis en cocaïne. Blijkens het formulier ‘aanvraag ten behoeve van
  16. VR 2021/24 Rijden onder invloed. Geneesmiddel. Tramadol.

    Jurisprudentie
    Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij een voertuig heeft bestuurd "terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten tramadol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.” De verdachte had tramadol en propofol gebruikt. Het NFI heeft op grond van de resultaten van het uitgevoerde toxicologisch onderzoek geconcludeerd dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig was
  17. VR 2021/25 Weigering medewerking aan voorlopig ademonderzoek. Ne bis in idem.

    Jurisprudentie
    Verdachte is op 10 mei 2018 op straat gevorderd om mee te werken aan een voorlopige ademtest als bedoeld in artikel 160, vijfde lid onder b, WVW 1994. Verdachte wilde hieraan niet meewerken. Verdachte is vervolgens aangehouden en overgebracht naar het politiebureau te gemeente G. Vervolgens is aan verdachte op het bureau een bevel gegeven tot medewerken aan een ademonderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a WVW 1994 jo. artikel 163, eerste lid, WVW 1994. Verdachte heeft eveneens geweigerd aan dit onderzoek mee te werken. Door de raadsvrouw is ter terechtzitting van het
  18. VR 2021/26 Rijden onder invloed van een stof. Bloedproef. Vormvoorschriften.

    Jurisprudentie
    De raadsman heeft betoogd dat in het onderzoek naar het THC-gehalte in het bloed van de verdachte vormen zijn verzuimd op grond van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, onder d, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (hierna: het Besluit), artikel 16, eerste lid, van het Besluit en artikel 17 van het Besluit. De raadsman heeft verzocht het resultaat van het onderzoek op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering uit te sluiten van het bewijs.De bloedmonsters zijn op 21 oktober 2018 afgenomen en verzonden, en op 23 oktober 2018 ontvangen door het NFI
  19. VR 2021/28 Niet behoorlijk links inhalen van fietsers. Een inschattingsfout?

    Artikel
    VR 2021/28 Niet behoorlijk links inhalen van fietsers. Een inschattingsfout? Voorstel voor invoering van een wettelijke 1,5 meter regel Mr. E.F. Bueno * * Voorheen vicepresident inhoudelijk adviseur rechtbank Utrecht. Ruim twee jaar geleden vond een dodelijk verkeersongeval plaats tussen een lijnbus en een 14-jarige scholiere op de fiets. Het ongeval gebeurde toen de bus de fietsster ter hoogte van een zogenaamde middengeleider links probeerde in te halen. De in de beslissingen beschreven toedracht en de overwegingen die leidden tot een veroordeling, zijn aanleiding enige opmerkingen te wijden

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!