Zoeken

9792 resultaten gevonden

  1. VR 2018/111 Verkeersongeval, verzekeringsfraude.

    Jurisprudentie
    Met ingang van 8 november 2012 heeft eiser bij Bovemij een zgn. oldtimerverzekering afgesloten voor een hem toebehorende Mercedes-Benz. Op 1 september 2013 vond een ongeval plaats waarbij eiser in de Mercedes werd aangereden door een vrachtwagen. Volgens eiser vond het ongeval plaats toen hij met ca. 50 km/u over de doorgaande weg reed en de vrachtwagen plotseling vanuit een (voor eiser aan de linkerzijde gelegen) zijstraat kwam. Bovemij heeft uitkering geweigerd met een beroep op fraude, onder verwijzing naar een rapport van Dekra waarin wordt geconcludeerd dat sprake is van een zgn
  2. VR 2018/112 Letselschade; fraude? Verval van vergoedingsplicht?

    Jurisprudentie
    Eisers (samen rijdend op een scooter) zijn aangereden door een verzekerde van Allianz en hebben daarbij letsel opgelopen. Allianz heeft geweigerd de schade te vergoeden, omdat eisers zouden hebben geprobeerd ook schade te claimen die niet het gevolg kan zijn van het ongeval. Daarmee zou volgens Allianz sprake zijn van bedrog en daarmee van een onrechtmatige daad, althans zou de vergoedingsplicht van Allianz op grond van de redelijkheid en billijkheid moeten vervallen. Eisers betwisten dat sprake is (geweest) van opzettelijke misleiding. De rechtbank verwerpt het verweer van Allianz. Art. 7:941
  3. VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te
  4. VR 2018/114 Deelgeschil; eenzijdig verkeersongeval; bewijsrecht.

    Jurisprudentie
    Verzoeker was ten tijde van het ongeval in 2012 16 jaar. Hij zat in de auto bij vriendin A, een 24-jarige vrouw. Er bestaat onduidelijkheid over hun precieze relatie; volgens verzoeker vond A hem leuk, maar had hij haar zojuist verteld dat hij het contact wilde verbreken. De auto is in een slip geraakt en meerdere malen over de kop geslagen. A is daarbij overleden. Verzoeker heeft tegenover de politie onder meer verklaard dat A zich niet goed voelde en vreemde slingerbewegingen begon te maken, waarop hij het stuur zou hebben gegrepen in een poging de auto recht te houden. Uit de in opdracht
  5. VR 2018/115 Deelgeschil; begroting schade; vermogensschade of immaterieel
    nadeel?

    Jurisprudentie
    Verzoekster is alleenstaand en heeft geen kinderen. Zij exploiteert een kleine boerderij zonder economische opbrengst anders dan voor eigen gebruik. In 2013 is verzoekster als fietser aangereden, waarbij zij blijvend letsel heeft opgelopen. Univé heeft als WAM-verzekeraar van de bij het ongeval betrokken automobilist aansprakelijkheid erkend. Sinds het ongeval is verzoekster niet meer in staat de boerderij zelfstandig te exploiteren: een aantal cruciale werkzaamheden kan zij niet meer en moeten door derden worden verricht. Een tweezijdig ingeschakelde arbeidsdeskundige heeft de kosten van het
  6. VR 2018/116 Deelgeschil; whiplash; causaal verband; nader deskundigenbericht noodzakelijk.

    Jurisprudentie
    Na een achterop-aanrijding in 2010 ervaart verzoekster lichamelijke en psychische klachten die volgens haar medisch adviseur passen bij een whiplashtrauma. In 2014 heeft de rechtbank op verzoek van verzoekster een voorlopig deskundigenbericht bevolen, waarop in 2015 door een neuroloog (Bernsen) en een neuropsycholoog (De Bijl) rapporten zijn uitgebracht. Uit het rapport van Bernsen volgt onder meer (1) dat geen sprake is van objectieve afwijkingen, (2) dat wel sprake is van medisch gedocumenteerde klachten en (3) dat pre-existent reeds sprake was van onder meer hoofdpijnklachten en
  7. VR 2018/117 Deelgeschil; aanrijding tussen personenauto en lijnbus.

    Jurisprudentie
    Aanrijding tussen personenauto en lijnbus. Verzoekster zat als bijrijder in de personenauto, die voorrang moest verlenen aan de van rechts komende bus. De WAM-verzekeraar van Connexxion heeft aansprakelijkheid afgewezen. Verzoekster acht de bestuurder van de bus aansprakelijk, onder meer omdat hij te hard zou hebben gereden. Volgens Achmea daarentegen zou het ontstaan van het ongeval uitsluitend te wijten zijn aan de bestuurder van de personenauto. De rechtbank oordeelt dat de verkeersfout van de bestuurder van de personenauto, ten onrechte geen voorrang verlenen, zwaar weegt. Ook aan de zijde
  8. VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen

    Artikel
    VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen Mr. C.J.R. van Binsbergen en mr. J.C. Hoogendoorn * * Rudolf van Binsbergen is advocaat-partner bij Wille Donker advocaten en gastdocent bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Hij was betrokken bij de procedure bij de Raad van State over de milieuzone Rotterdam als advocaat van de Stichting Klassiekers Rotterdam. Corina Hoogendoorn werkte eerder als senior juridisch medewerker bij de rechtbank Amsterdam, afdeling bestuursrecht, en is thans werkzaam als paralegal bij Wille Donker advocaten. Milieu is ‘hot’
  9. VR 2018/120 Aanmerkelijke schuld? Gevaar? Doorrijden na ongeval.

    Jurisprudentie
    Vrijspraak van zwaar lichamelijk letsel door schuld en het veroorzaken van gevaar voor verkeer op de weg. Het slachtoffer heeft op de fietsersoversteekplaats het eerste deel van de weg overgestoken en is vervolgens gestopt op de middenberm, dus voor de haaientanden die duidelijk maken dat de fietser aldaar voorrang dient te verlenen aan het autoverkeer. Vanaf de middenberm is hij het tweede deel van de weg overgestoken, alwaar tijdens het oversteken de Audi A6 tegen hem aan is gereden.Op basis van het strafdossier is niet vast te stellen dat de verdachte zich ervan bewust had moeten zijn dat
  10. VR 2018/121 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Dode hoek.

    Jurisprudentie
    De verdachte, bestuurder van een vrachtwagen, volgt een motoragent op diens aanwijzing. Op een gegeven moment raakt de motoragent uit verdachtes zicht in een dode hoek van de vrachtwagen. De verdachte heeft zich daarvan geen rekenschap gegeven door naar voren te kijken of op het beeldscherm van zijn dodehoekcamera te kijken. Hij rijdt de motoragent aan die hierdoor zwaar wordt verwond. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend.
  11. VR 2018/122 Geen voorrang verlenen. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaar.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft geen voorrang verleend aan een voor hem van rechts komende motorfiets. Er is sprake van een verkeersovertreding, te weten een voorrangsfout. Hoewel verdachte bekend was met de situatie ter plaatse en wist dat hij verkeer vanaf de Noord-Zuid voorrang moest verlenen, heeft hij dit niet gedaan omdat hij de motorrijder niet heeft gezien. Hiervoor is geen verklaarbare reden aan te wijzen. Er is niet gebleken dat verdachte was afgeleid of andere voor deelname aan het verkeer geldende wettelijke gedragsregels heeft overtreden. Naar het oordeel van de rechtbank is de gemaakte
  12. VR 2018/123 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam rijden.

    Jurisprudentie
    Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Verdachte heeft als bestuurder van een bromfiets en terwijl hij onder invloed van alcohol was een fietser aangereden. De fietser heeft letsel opgelopen door de aanrijding. Verdachte heeft aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam gereden. Het ongeval is dan ook aan verdachtes schuld te wijten. Hij is in aanmerkelijke mate tekort geschoten in de zorgvuldigheid die van hem als bestuurder mocht worden verwacht.De klachten, ontstaan door het (niet aangeboren) hersenletsel ten gevolge van het ongeval, zijn nog steeds aanwezig en hebben een grote
  13. VR 2018/124 Geslotenverklaring milieuzone. Bevoegdheid buitengewoon
    opsporingsambtenaar. Geautomatiseerde constatering overtreding. Bewijs.

    Jurisprudentie
    De betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990," welke gedraging zou zijn verricht op 15 juli 2016 om 14.31 uur op de Erasmusbrug te Rotterdam.Op grond van de ten tijde van de gedraging geldende Beleidsregels boa is en boa bevoegd te handhaven op negatie van C borden (RVV 1990) in relatie tot de openbare orde. Het criterium openbare orde dient zo te worden verstaan, dat daaronder tevens valt het verbeteren van de leefbaarheid, bijvoorbeeld door
  14. VR 2018/125 Milieuzone Utrecht. Verkeersbesluit. Rechtmatigheidbebording. Rechterlijke taakverdeling. Sanctie.

    Jurisprudentie
    Volgens vaste jurisprudentie van het hof staat het niet ter beoordeling van de weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de voorschriften en terecht is geplaatst. Dat is slechts anders in geval de situatie klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop het verkeersteken betrekking heeft dat bij gevolg geven aan dat teken de veiligheid op de weg in gevaar zou worden gebracht.Inhoudelijke bezwaren tegen een verkeersbesluit dienen in de daarvoor openstaande bestuursrechtelijke procedure, die met voldoende rechtswaarborgen is omgeven, te worden aangevoerd.Indien de bestuursrechter in de hem
  15. VR 2018/126 Bekeuring op kenteken. Fietsendrager.

    Jurisprudentie
    Het kenteken op de op de auto bevestigde fietsendrager verschilt van dat op de auto. Doorgaans zal de sanctie in zaken als de onderhavige kunnen worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken op de fietsendrager in het kentekenregister is ingeschreven, nu dat kenteken overeen dient te komen met het kenteken van het voertuig waarop die fietsendrager is bevestigd. In de onderhavige zaak is echter gebleken dat het kenteken van het voertuig waarmee de gedraging is verricht niet overeenkomt met het kenteken op de fietsendrager. Het hof stelt dan ook vast dat de gedraging niet met het
  16. VR 2018/128 Milieuzone.

    Jurisprudentie
    Ter plaatse was sprake van een milieuzone, inhoudende dat de geslotenverklaring gold ten aanzien van dieselvoertuigen van voor 1 januari 2001. De onderhavige gedraging houdt in dat de betrokkene in strijd met een geslotenverklaring met een voertuig van voor 1 januari 2001 een milieuzone is ingereden. Er kan niet worden vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene een dieselvoertuig betreft van voor 1 januari 2001. Derhalve is niet komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
  17. VR 2018/129 Beschikking. Kentekenhouder. Bekeuring op kenteken.

    Jurisprudentie
    De betrokkene, bestuurder van het voertuig, bevond zich in het voertuig op het moment dat de verbalisant hem aansprak. Zowel uit de verklaring van de betrokkene als uit die van de verbalisant blijkt dat de betrokkene, nadat de verbalisant hem een aankondiging van beschikking heeft aangezegd, onmiddellijk is weggereden zodat de verbalisant geen gelegenheid meer heeft gehad de daarvoor vereiste gegevens van de betrokkene te noteren. Onder die omstandigheden kan niet worden gezegd dat de verbalisant een reële mogelijkheid heeft gehad de aankondiging van beschikking aan de betrokkene als
  18. VR 2018/13 Civiel gebruik van drones

    Artikel
    VR 2018/13 Civiel gebruik van drones Mr. A.M. Verbrugge* *Advocaat bij Van Diepen Van der Kroef te Haarlem. Er wordt veel gepubliceerd over het vliegen met drones. De voortdurende en snelle ontwikkelingen in de techniek, waaronder de informatie- en communicatietechnologie, brengen de meest fantasievolle toekomstbeelden over de toepasselijkheid van drones steeds dichter bij de werkelijkheid. Door deze snelle technische ontwikkelingen is er een roep ontstaan om vrij gebruik van drones in het luchtruim. Maar zowel voor hobbyisten als voor zakelijke gebruikers van drones bestaan er strenge
  19. VR 2018/130 Joyriding.

    Jurisprudentie
    Geïntimeerde heeft in een auto die toebehoorde aan appellante gereden zonder haar toestemming. Hij heeft daarbij een verkeersongeval veroorzaakt waarbij schade is ontstaan aan de auto. Appellante heeft hem aangesproken tot vergoeding van deze schade ad € 7.849,67. De vorderingen zijn in eerste aanleg afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft appellante voldoende aannemelijk gemaakt dat de auto haar eigendom was. Niet in geschil is dat geïntimeerde zonder haar toestemming in de auto heeft gereden en dat hij daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarvoor niemand anders

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!