Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2018/13 Civiel gebruik van drones

    Artikel
    VR 2018/13 Civiel gebruik van drones Mr. A.M. Verbrugge* *Advocaat bij Van Diepen Van der Kroef te Haarlem. Er wordt veel gepubliceerd over het vliegen met drones. De voortdurende en snelle ontwikkelingen in de techniek, waaronder de informatie- en communicatietechnologie, brengen de meest fantasievolle toekomstbeelden over de toepasselijkheid van drones steeds dichter bij de werkelijkheid. Door deze snelle technische ontwikkelingen is er een roep ontstaan om vrij gebruik van drones in het luchtruim. Maar zowel voor hobbyisten als voor zakelijke gebruikers van drones bestaan er strenge
  2. VR 2018/130 Joyriding.

    Jurisprudentie
    Geïntimeerde heeft in een auto die toebehoorde aan appellante gereden zonder haar toestemming. Hij heeft daarbij een verkeersongeval veroorzaakt waarbij schade is ontstaan aan de auto. Appellante heeft hem aangesproken tot vergoeding van deze schade ad € 7.849,67. De vorderingen zijn in eerste aanleg afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft appellante voldoende aannemelijk gemaakt dat de auto haar eigendom was. Niet in geschil is dat geïntimeerde zonder haar toestemming in de auto heeft gereden en dat hij daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarvoor niemand anders
  3. VR 2018/131 Vordering handhaving fietsverkeersregels Amsterdam afgewezen.

    Jurisprudentie
    Een bewoner van de Amsterdamse binnenstad stelt zich op het standpunt dat de Minister van Justitie en Veiligheid onrechtmatig handelt, omdat de Regio Politie Amstelland tekortschiet in de handhaving van (fiets)verkeersregels. De bewoner vordert dat de voorzieningenrechter de minister veroordeelt tot het geven van opdracht aan de hoofdofficier van het Parket Amsterdam om de Regio Politie Amstelland directieven te geven om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de verkeersregels te handhaven. De voorzieningenrechter stelt voorop dat fietsers in Amsterdam geregeld verkeersregels overtreden en
  4. VR 2018/132 Dodelijk verkeersongeval; shockschade? Vergoeding voor
    affectieschade?

    Jurisprudentie
    X is in februari 2015 op de fiets aangereden door een vrachtauto en ter plekke overleden. X was afkomstig uit Frankrijk en werkte sinds enkele maanden in Nederland als au pair. Eisers zijn respectievelijk de ouders en de broer van X. De betrokken vrachtauto was WAM-verzekerd bij ABN AMRO. ABN AMRO heeft aansprakelijkheid erkend en de uitvaartkosten vergoed. Eisers vorderen (1) een verklaring voor recht dat is voldaan aan het zgn. confrontatievereiste in het kader van de shockschadejurisprudentie en (2) een veroordeling van ABN AMRO tot betaling van € 17.500,- aan ieder van hen als
  5. VR 2018/133 Aansprakelijkheid wegbeheerder; botsing met wegbarricade;
    descente.

    Jurisprudentie
    Tussenuitspraak 22 februari 2017 (ECLI:NL:OGEAA:2017:115): ten behoeve van een festival heeft X toestemming gekregen van het Land Aruba (hierna: het Land) om een weg af te sluiten door middel van een mobiele wegbarricade, die onder toezicht van de politie is geplaatst. De barricade stond op enige afstand van een kruising met verkeerslichten. Ter plaatse gold een maximumsnelheid van 80 km/u. Op 5 september omstreeks 23.20 uur reed eiser in de richting van de kruising. De verkeerslichten stonden op groen, zodat hij met onverminderde snelheid is doorgereden. Daarbij is hij in botsing gekomen
  6. VR 2018/134 Verkeersongeval; inhalen; afslaan; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 16 november vond omstreeks 16.50 uur op de Lunterseweg een ongeval plaats tussen eiser (motorrijder) en gedaagde (automobilist). De ter plaatse toegestane maximumsnelheid is 80 km/u. Eiser reed met die snelheid en begon de langzamer rijdende gedaagde in te halen op de weghelft voor tegenoverliggend verkeer. Terwijl eiser zich volledig op die weghelft bevond, ongeveer 10 meter linksachter gedaagde, sloeg deze linksaf. Daarbij zijn eiser en gedaagde in botsing gekomen en heeft eiser ernstig (blijvend) letsel opgelopen. Nadat een voorlopig getuigenverhoor had plaatsgevonden, heeft eiser
  7. VR 2018/135 Deelgeschil; immateriële schade; discussie over verhoging smartengeldbedragen.

    Jurisprudentie
    Verzoekster is op 63-jarige leeftijd als racefietser aangereden door een tractorcombinatie. Zij heeft hierdoor een hoge dwarslaesie opgelopen, met alle ernstige gevolgen van dien. De WAM-verzekeraar van de tractorcombinatie (Univé) heeft aansprakelijkheid erkend. De vergoeding van de materiële schade verloopt zonder problemen, maar over de hoogte van het smartengeld bestaat discussie. Univé is uiteindelijk bereid om € 150.000 te betalen; verzoekster meent dat het smartengeld € 200.000 zou moeten bedragen. Verzoekster benoemt onder meer dat zij haar zelfstandigheid en de regie over haar leven
  8. VR 2018/136 Deelgeschil; ongeval op bouwplaats, geen aansprakelijkheid
    opdrachtgever.

    Jurisprudentie
    Verzoeker was in opdracht van Vink Systemen aan het werk op een bouwplaats toen hij in een vloersparing is gevallen. Hij heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. De vloersparing kon worden afgesloten met een mandragende houten plaat. De plaat had vastgezeten met spijkerpluggen, maar bleek voor het ongeval (kennelijk: met geweld) te zijn verwijderd. Het is onbekend gebleven wie de plaat heeft verwijderd. Vink Systemen heeft geweigerd aansprakelijkheid te erkennen. In dit deelgeschil vordert verzoeker alsnog een daartoe strekkende verklaring voor recht. De deelgeschilrechter stelt
  9. VR 2018/137 Deelgeschil; valpartij racefietser; sport en spel;
    ongelukkige samenloop van omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Deelgeschil letselschade. Twee valpartijen van racefietser tijdens recreatieve tocht: eerst wordt verzoeker door een van zijn twee fietsmaten (verweerder 1) rechts ingehaald en daarbij met een schouder aangeraakt waarna hij valt, daarna wordt hij door zijn andere fietsmaat (verweerder 3) bemoedigend op de schouder aangeraakt waarna hij van het fietspad afraakt en ten val komt, met ernstig schouderletsel tot gevolg. De Rechtbank oordeelt dat de fietsmaten niet aansprakelijk zijn en overweegt daarbij als volgt: Ten aanzien van de eerste valpartij: de drie fietsers reden op de openbare weg, waar
  10. VR 2018/139 Kwalitatieve aansprakelijkheid op grond van art. 6:179 en 181 BW

    Artikel
    VR 2018/139 Kwalitatieve aansprakelijkheid op grond van art. 6:179 en 181 BW: de positie van de ‘bewaarder’ van een schadeveroorzakend dier Mr. dr. A. Kolder * * Advocaat bij PUNT Letselschade Advocaten, tevens docent en onderzoeker aan de vakgroep Privaatrecht en Notarieel recht van de Rijksuniversiteit Groningen. 1. Inleiding Met genoegen geef ik gehoor aan het verzoek van de redactie een bijdrage te verzorgen over het door mij op 31 mei jl. verdedigde proefschrift over de in art. 6:181 BW geregelde aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruiker. 1) Art. 6:181 BW betreft een op 1 januari
  11. VR 2018/14 Parkeren. Kruispunt.

    Jurisprudentie
    Een redelijke uitleg van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, RVV 1990 brengt naar het oordeel van het hof mee dat het verbod om binnen vijf meter van een kruispunt te parkeren gelding heeft voor de weg zoals opgenomen in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
  12. VR 2018/140 Dood door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig.
    Kop-staart-botsing. Cruise-control. Beginnend bestuurder.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft als beginnend bestuurster een aan haar aanmerkelijke onvoorzichtigheid/onoplettendheid te wijten ongeval veroorzaakt. Zij is achterop de auto van slachtoffer S gereden, waardoor beide auto’s in een slip zijn geraakt, over de kop zijn geslagen en de auto van S op de kop in het water terecht is gekomen, waardoor S om het leven is gekomen. De verdachte is in slaap gevallen terwijl zij haar voertuig bestuurde en heeft daardoor de door haar bestuurde auto niet voortdurend onder controle gehad en heeft, terwijl zij vermoeid was, de cruise control van haar auto ingeschakeld en de
  13. VR 2018/142 Telefonisch horen. Redelijke termijn.

    Jurisprudentie
    In de onderhavige zaak is er door de betrokkene van afgezien gebruik te maken van de geboden mogelijkheid om telefonisch te worden gehoord, nu hij in persoon wenste te worden gehoord. Gelet op de wetsgeschiedenis van de Awb moet worden vastgesteld dat telefonisch horen in beginsel geen volwaardig alternatief is voor een hoorzitting. Er is niet gebleken dat de officier van justitie met de betrokkene tot overeenstemming was gekomen over telefonisch horen ter vervanging van de wettelijk voorgeschreven hoorzitting. Gelet hierop kan aan de omstandigheid dat de betrokkene niet heeft verzocht om te
  14. VR 2018/143 Gehandicaptenparkeerkaart. Matiging sanctie.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren op invalideparkeerplaats, anders dan met motorvoertuig op meer dan twee wielen met geldige invalidenparkeerkaart”.De betrokkene verklaart dat hij op de avond in kwestie met zijn toenmalige vriendin op bezoek was bij kennissen. De ex-vriendin van de betrokkene is gehandicapt en beschikte over een gehandicaptenparkeerkaart waarmee zij als passagier kon meerijden. De betrokkene had deze kaart achter zijn voorruit gelegd. Bij terugkomst bij het voertuig constateerde hij
  15. VR 2018/144 Reikwijdte ontheffing.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12/20”, welke gedraging zou zijn verricht op de Grote Gracht te Maastricht.De betrokkene voert aan dat hij beschikt over een ontheffing om de voetpadzone in te rijden via de kortste route van zijn werk- naar zijn woonadres. De Grote Gracht bevindt zich op die route. Bij zijn ontheffing heeft de betrokkene een transponder gekregen die hij onder zijn auto heeft gemonteerd. Deze doet het betreffende
  16. VR 2018/145 Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats.Gehandicaptenparkeerkaart. Matiging sanctie.

    Jurisprudentie
    Omdat de betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in aanmerking kwam voor een gehandicaptenparkeerkaart en daarover had kunnen beschikken als zijn aanvraag daartoe met de vereiste voortvarendheid was behandeld, dient de sanctie gematigd te worden tot een bedrag van € 90,-.
  17. VR 2018/146 Ski-ongeval; gevaarzetting; overtreding FIS-regels; geen eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Eiseres en gedaagde zijn bij het afdalen van een skipiste met elkaar in botsing gekomen. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de door haar geleden schade, nader op te maken bij staat. Zij stelt dat gedaagde de zgn. FIS-regels (='verkeersregels' voor op de piste) heeft overtreden doordat hij haar met te hoge snelheid en op te kleine afstand heeft ingehaald, waarbij hun ski's elkaar hebben geraakt en eiseres ten val is gekomen. In (voorwaardelijke) reconventie vordert gedaagde een verklaring voor recht dat de eventuele schadevergoedingsverplichting is vervallen, althans
  18. VR 2018/147 Deelgeschil; aanrijding voetganger door politieauto; begrip'vervoerd worden'; overmacht; proportionaliteit en subsidiariteit.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is, terwijl hij op een door X bestuurde motor probeerde te stappen, aangereden door een politieauto. In deze procedure staat de vraag centraal of Achmea, als WAM-verzekeraar van de politieauto, aansprakelijk is voor de door verzoeker geleden letselschade. Uit het proces-verbaal van A, de bestuurder van de politieauto, volgt onder meer: - dat A de wegrijdende motor wilde klemrijden omdat hij vermoedde dat X en verzoeker de motor aan het stelen waren;- dat X, op het moment dat verzoeker achterop de motor wilde stappen, onverwacht hard optrok en wegreed, waarbij verzoeker op de grond
  19. VR 2018/148 Deelgeschil. Val door verrot houten dak; aansprakelijkheid
    boedel; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Verzoekster verrichtte werkzaamheden op het dak van een garage/schuur/overkapping van haar vader. Zij kwam daarbij ten val en viel door een door verrotting zwak geworden deel van het dak heen. Zij spreekt haar twee zussen aan in hun hoedanigheid van (mede-)erfgenamen van haar inmiddels overleden vader. Zij stelt dat haar vader aansprakelijk was op grond van art. 6:174 BW, omdat het dak gebrekkig was. De rechtbank oordeelt dat het dak gebrekkig was en dat de vader van de vrouw aansprakelijk is. Van een dak mag in beginsel worden verwacht dat het voldoende stevig is om het gewicht van een

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!