Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2018/22 Snelheidsovertreding. Verkeersregelaar. Aanwijzing.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (30 km/h) met 19 km/h”. De betrokkene ontkent niet de gedraging te hebben verricht. Hij stelt zich op het standpunt dat hij op instructie van een wegwerker, die in de hoedanigheid van verkeersregelaar optrad, de overtreding heeft begaan. Voor zover het verweer van de betrokkene moet worden opgevat als een beroep op het van hoofdstuk IV van het RVV 1990 deel uitmakende artikel 84 (inhoudende: "Aanwijzingen gaan boven verkeerstekens en
  2. VR 2018/23 Verkeersongeval; WAM-verzekering; vervalbeding tegenwerpen
    aan slachtoffer?

    Jurisprudentie
    In 2012 is B als bestuurder van een personenauto door onbekende oorzaak van de weg geraakt, waarbij hij de op dat moment 81-jarige eiseres (die in de berm zat) heeft aangereden. Vervolgens ontstaat discussie over de vraag of de auto van B op dat moment was verzekerd bij Treston, mede omdat het in het politierapport genoemde kenteken enige tijd na het ongeval kennelijk was bevestigd op een andere auto, vrijwel identiek maar met een ander chassisnummer. In een tussenvonnis van 18 januari 2017 (ECLI:NL:OGEAA:2017:50) acht het gerecht voorshands bewezen dat eiseres is aangereden door de auto met
  3. VR 2018/24 Verkeersongeval, beroep op overmacht gehonoreerd.

    Jurisprudentie
    Eiser is, na in een stilstaande stadsbus ('bus 1') te zijn gestapt, direct weer uitgestapt omdat hij bij nader inzien de bus ('bus 2') aan de andere kant van de weg diende te halen. Hij is voor de stilstaande bus 1 langs de weg opgelopen, waarbij hij in botsing is gekomen met de auto van A die bus 1 aan het inhalen was. De toegestane maximumsnelheid was 50 km/u, A reed ca. 20-25 km/u. A heeft de Duitse nationaliteit en heeft zijn auto verzekerd bij een Duitse verzekeraar (VHV). Eiser heeft VHV gedagvaard, nadat een deelgeschil was gestrand op het feit dat feitelijk het hele geschil aan de
  4. VR 2018/25 Kort geding; privacy; camera's; drone; burengeschil.

    Jurisprudentie
    Eiser en gedaagden zijn buren. Gedaagden hebben hun perceel gekocht van eiser, waarna verschillende conflicten zijn ontstaan. Eiser heeft slechts één oprijlaan aan de achterzijde van het perceel, gedaagden hebben zowel aan de voor- als aan de achterzijde een oprijlaan. Aan de achterzijde van de percelen grenzen beide oprijlanen aan elkaar. Op enig moment hebben gedaagden camera's opgehangen, gericht op hun oprijlaan aan de achterzijde. Ook hebben zij een drone boven het perceel van eiser laten vliegen. Eiser heeft daarop ook camera's opgehangen. De voorzieningenrechter stelt voorop dat eiser
  5. VR 2018/26 Burenruzie; vernieling drone waarmee onrechtmatig werd
    gefilmd.

    Jurisprudentie
    Eiser en gedaagde zijn buren en hebben niet zo'n beste relatie. Sinds 2014 beschikte eiser over een drone, die hij had uitgerust met een camera. Hij vloog hiermee onder meer over het perceel van (de ouders van) gedaagde. Op 26 december 2014 heeft gedaagde met een luchtbuks de drone uit de lucht geschoten. Eiser vordert nu vergoeding van (onder meer) de waarde van de drone. In een tussenvonnis van 21 december 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:7155) oordeelde de rechtbank dat eiser onrechtmatig handelde jegens gedaagde en zijn ouders door met de drone over hun perceel te vliegen. Het vliegen met een
  6. VR 2018/27 Hoger beroep deelgeschil; ontvankelijkheid; valpartij op
    gladde vloer; bewijslevering; gebrekkigheid vloer voorshands bewezen.

    Jurisprudentie
    Op vrijdag 13 juli 2012 zijn appellanten onafhankelijk van elkaar ten val gekomen op de eerste etage van een winkelcentrum, toen zij op het parkeerdek uit de lift stapten. De vloer vlak voor de lift was vochtig. Kort na het ongeval is er een anti-sliplaag op de vloer aangebracht. De technisch manager, die verantwoordelijk was voor het toezicht op en het onderhoud van het winkelcentrum, verklaarde (1) dat hij al eerder had geconstateerd dat de vloer bij nat weer glad werd en ook al een offerte had gevraagd voor het aanbrengen van een anti-sliplaag; en (2) dat het ongeval zeker het gevolg zou
  7. VR 2018/28 Deelgeschil; begroting schade; toekenning voorschot in
    deelgeschil.

    Jurisprudentie
    Verzoeker werkte 36 uur per week bij Iriszorg (verslavingszorg) en daarnaast gemiddeld 28 uur per week als pgb-houder voor zijn vier kinderen met een autistisch-spectrum stoornis. Toen hij op zijn racefiets plotseling zeer hard moest remmen omdat een verzekerde van Unigarant geen voorrang verleende, is hij ten val gekomen en heeft hij letsel opgelopen als gevolg waarvan hij kort daarna door het UWV 80-100% arbeidsongeschikt is geacht. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend, maar is op enig moment zonder duidelijke verklaring gestopt met het betalen van aanvullende voorschotten. Verzoeker
  8. VR 2018/29 Deelgeschil; letselschade; ruzie op straat; geen WAM-schade.

    Jurisprudentie
    Verzoeker passeerde op de fiets de stilstaande bestelbus van verweerder sub 1. Tijdens het passeren heeft hij een klap op de bestelbus gegeven, omdat hij meende dat verweerder sub 1 een voor fietsers gevaarlijke situatie in het leven riep. Verweerder sub 1 heeft verzoeker daarop door het openstaande raam bij zijn mouw gepakt, waarna verzoeker zijn evenwicht verloor en tegen de bestelbus aanviel. Hij heeft daarbij letselschade aan zijn knie opgelopen. Verweerder sub 1 is strafrechtelijk veroordeeld voor dit incident. Hij heeft tegen dat vonnis weliswaar hoger beroep ingesteld, maar erkent de
  9. VR 2018/30 Letselschade door paard (art. 6:179 BW); aansprakelijkheid
    jegens echtgenoot.

    Jurisprudentie
    Verzoeker en verweerster (verzekerd bij Allianz) zijn echtgenoten. Zij bezaten een paard en een koets; verweerster had een koetsiersbewijs. Tijdens een rit in de koets heeft het (onrustig geworden) paard een ongeval veroorzaakt waarbij verzoeker onder meer tegen een auto is gedrukt en waarbij het rechterbeen van verzoeker is verbrijzeld. Verzoeker heeft zijn AVP-verzekeraar en de WAM-verzekeraar van de betrokken auto aangesproken, die beiden de claim hebben afgewezen. Verzoeker heeft voorts Allianz aangesproken op basis van een door verweerster afgesloten koetsiersverzekering. Allianz heeft
  10. VR 2018/31 Deelgeschil; aansprakelijkheid wegbeheerder; verzoek
    afgewezen.

    Jurisprudentie
    In opdracht van de gemeente Wageningen heeft een extern bedrijf op 2 mei dranghekken langs de weg gezet, die op 4 en 5 mei zouden worden gebruikt in verband met de festiviteiten waarvan op die data op verschillende plaatsen in Wageningen sprake zou zijn. De dranghekken stonden onder meer in de buurt van een aantal studentensociëteiten, waar in de nacht van 3 op 4 mei feest werd gevierd. (Een) Onbekende persoon/personen heeft/hebben in deze nacht een dranghek op de weg geplaatst. Verzoekster is vervolgens op haar scooter tegen dit hek aangereden en heeft daarbij letsel opgelopen. Zij stelt de
  11. VR 2018/32 Deelgeschil; niet geschikt voor deelgeschil i.v.m. noodzaak
    bewijslevering.

    Jurisprudentie
    Verzoekster nam deel aan een fietstoertocht. Bij een versmalling in de weg, waar onder meer zgn. varkensruggen zijn geplaatst om het gemotoriseerd en ongemotoriseerd verkeer te scheiden, is zij ten val gekomen toen een andere deelnemer aan de toertocht moest uitwijken voor deze varkensruggen. Verzoekster heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. Zij verzoekt in deze procedure een verklaring voor recht dat de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor haar schade, aangezien deze wegsituatie gebrekkig was. De rechtbank stelt vast dat de enkele aanwezigheid van de varkensruggen
  12. VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten

    Artikel
    VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten Mr. A. Postma & prof. mr. H.D. Wolswijk * * A. Postma is wetenschappelijk medewerker van het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad; H. D. Wolswijk is hoogleraar straf(proces)recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en redacteur van Verkeersrecht. 1. Inleiding Over de straftoemeting bij ernstige verkeersdelicten bestaat veel maatschappelijke discussie. In de media is nogal eens het geluid te horen dat slachtoffers en nabestaanden de opgelegde straffen te laag vinden. Teleurstelling is er soms ook over de juridische
  13. VR 2018/35 Verkeer en evenement

    Artikel
    VR 2018/35 Verkeer en evenement Mr. M.B.P. Kuitenbrouwer * * Momenteel werkzaam via een detacheringsburo bij de gemeente Amsterdam op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur en het openbare-orde-recht. Heeft van 2003 tot en met 2010 werkervaring opgedaan bij twee gemeenten op het gebied van de evenementenvergunning en op het gebied van aansprakelijkheid en verzekering. Inleiding Al weer enige tijd geleden is in dit tijdschrift aandacht besteed aan de ‘Wegafsluiting bij evenementen’. 1) Diverse ongevallen tijdens evenementen, zoals met de ‘Monstertruck’ in Haaksbergen in september 2014
  14. VR 2018/36 Achtervolging van fietser met auto. Zware mishandeling.
    Opzet.

    Jurisprudentie
    Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen door, kort gezegd, met zijn auto een drietal op de fiets voor hem uit vluchtende jongens te achtervolgen op een smal fietspad dat geen mogelijkheid bood om uit te wijken. Voorts heeft het hof geoordeeld dat de mate van gevaarzetting van deze gedraging blijkt uit de omstandigheid dat de verdachte, nadat een van de jongens was gevallen, zijn auto niet tijdig tot stilstand wist te brengen en de fiets niet wist te ontwijken. Hieruit heeft het hof afgeleid dat de verdachte, door een combinatie van te
  15. VR 2018/37 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Duisternis.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol op een donkere, onverlichte weg een uitwijkmanoeuvre uitgevoerd en zich daarbij onvoldoende vergewist of de weghelft waar hij naar uitweek vrij was. Verdachte had het slachtoffer naar het oordeel van het hof onder de in de onderhavige zaak genoemde omstandigheden bij oplettend rijden zodanig tijdig kunnen en moeten opmerken, dat hij een aanrijding had kunnen voorkomen. Daarmee is naar het oordeel van het hof voldoende vast komen te staan dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld in de zin van
  16. VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
    drugsgebruik. Straf.

    Jurisprudentie
    Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het
  17. VR 2018/39 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onoplettend rijden.
    Zwaar lichamelijk letsel. Dood. Causaal verband. Wens nabestaanden.

    Jurisprudentie
    Verdachte verleende als bestuurder van een personenauto geen voorrang aan een op een tot een voorrangsweg behorend fietspad rijdende fietser. Deze liep daardoor zwaar lichamelijk letsel (diverse breuken) op. Twee dagen na het ongeval overleed het slachtoffer in het ziekenhuis aan een inwendige bloeding.Nu verdachte bekend was met de verkeerssituatie en wist dat het om een (gevaarlijke) kruising ging waar je niet vrij kan kijken, mocht van de verdachte als wegbestuurder worden verwacht dat hij extra oplettend was. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte in onvoldoende mate heeft
  18. VR 2018/40 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
    onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    Verdachte keerde een door hem bestuurde auto op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar dit verboden was, terwijl hij wist dat de bestuurder van een motorfiets hem naderde, en zonder voldoende uit te kijken of hij met zijn handelen anderen in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Daardoor heeft de bestuurder van de motorfiets zodanig lichamelijk letsel opgelopen dat daaruit tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Omdat het verkeersongeluk meer dan twee
  19. VR 2018/41 Lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig.

    Jurisprudentie
    De militaire kamer overweegt dat uit de verklaring van verdachte zelf volgt dat hij in een rustig tempo de kruising naderde en zijn blik gericht hield op de auto’s die - gezien zijn rijrichting - van links kwamen, omdat hij zo mogelijk nog vóór die auto’s de Stationsstraat wilde oprijden. Ook de getuigen, getuige 1 en het slachtoffer, hebben verklaard dat verdachte niet snel reed, waarbij het slachtoffer heeft waargenomen dat verdachte aanvankelijk snelheid minderde. Nu verdachte ook heeft verklaard dat hij de fietser niet heeft gezien, ter plaatse wel bekend was en ook wist dat hij aan
  20. VR 2018/42 Dood door schuld. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een voor hem rijdende auto willen inhalen en heeft daartoe twee doorgetrokken strepen overschreden. Verdachte overschreed daarbij de geldende maximumsnelheid met 17 km/h. Hij is met zijn personenauto de linker weghelft opgereden en daar met de linkerzijde van zijn voertuig frontaal in aanrijding gekomen met een hem tegemoetkomende motorrijder. De motorrijder is ten gevolge van de botsing komen te overlijden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden, wat betekent dat verdachte schuld heeft in de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!