Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2022/14 Busje rijdt tegen dranghek; wegbeheerder aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    In 2019 vonden snoeiwerkzaamheden plaats in de gemeente Berg en Dal. Een medewerker van de gemeente had in verband met de snoeiwerkzaamheden een dranghek van 2,5 meter breed op straat X geplaatst. Straat X is 4,5 meter breed. Aan weerszijden zijn fietssuggestiestroken aangebracht. Het hek stond dwars op de weg, met één poot in de berm en de andere poot op ongeveer 20/30 cm van het midden van de weg, op de eigen weghelft. Het hek had aan één zijde reflectoren en een verkeersbord. Die waren zichtbaar voor bestuurders die vanaf straat Y straat X wilden oprijden. A reed met zijn busje vanaf zijn
  2. VR 2022/141 Bewijs in letselschadezaken bezien vanuit de positie van de rechter

    Artikel
    De rechter komt pas in zicht als partijen er onderling niet uitkomen. Vaak zijn er dan al vele jaren verstreken na het incident dat tot schade heeft geleid. En als dan een vordering wordt ingediend (door gelaedeerde) dan komt het aan op de onderbouwing met feiten (en omstandigheden) die de grondslag van de vordering kunnen dragen. Het verloop van de tijd werkt overigens in het nadeel van beide partijen: stukken kunnen zijn zoekgeraakt, namen van andere betrokkenen zijn niet te achterhalen of getuigen weten niet meer zo goed wat er heeft plaatsgevonden. De kunst is natuurlijk voor partijen die zich nog in de voorfase van een gerechtelijke procedure bevinden, de feiten en omstandigheden rondom het incident ‘veilig te stellen’ voor het geval zij er niet uit komen en zij zich – in de toekomst – tot de rechter moeten wenden. Los van de (informele) mogelijkheid dat partijen zelf schriftelijke verklaringen vragen van personen die bij het incident waren betrokken, biedt de wet ook mogelijkheden hiertoe zoals het voorlopig getuigenverhoor. Als er problemen worden voorzien ten aanzien van het causaal verband tussen het incident en de schade, kan een voorlopig deskundigenbericht uitkomst bieden (naast natuurlijk de mogelijkheid dat de gelaedeerde zelf een medisch advies inwint5), dan wel dat partijen dat gezamenlijk doen). In bodemzaken zijn de letselschadedossiers vaak al vele, vele jaren oud, hetgeen de feitenvergaring bemoeilijkt als hierop niet goed is geanticipeerd. Voor partijen én de rechter die de zaak behandelt is dat ook frustrerend, want er moet recht worden gedaan en de rechter wil op basis van de werkelijke, vaststaande feiten een uitspraak kunnen doen. Alleen dan kan een rechtvaardige uitkomst worden bereikt, die door partijen wordt geaccepteerd. Daarom is het belangrijk dat zowel eiser als gedaagde die feiten goed kunnen presenteren: hoe dichter bij de werkelijkheid (‘de waarheid’), hoe groter de kans op acceptatie van het (Salomons)oordeel van de rechter.
  3. VR 2022/142 Verkeersongeval. Beide bestuurders maakten verkeersfout. Bewijslevering geslaagd? Mate van eigen schuld?

    Jurisprudentie

    Op 16 april 2017 wil X in de bebouwde kom linksaf slaan, wanneer Y hem inhaalt. De auto's botsen en Y raakt zwaargewond. Ze hebben beiden verkeersfouten gemaakt: X had Y ingevolge art. 18 lid 1 RVV voor moeten laten gaan en Y reed, met een snelheid van ongeveer 80 km/u, te hard. In een tussenarrest komt het hof tot de conclusie dat beide bestuurders verkeersfouten hebben gemaakt. X en zijn verzekeraar, Allianz, worden in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat X zijn richtingaanwijzer heeft gebruikt. Het hof oordeelt dat X en Allianz dit bewijs niet geleverd hebben en oordeelt dat Y 2

  4. VR 2022/143 Verzekeringsrecht; misleiding verzekeraar; benadeelde presenteert namaakartikelen als designerkleding.

    Jurisprudentie

    Op 1 mei 2015 vindt een aanrijding plaats tussen een snorfietser (A) en een fietser (B). De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. A claimt bij VB schade aan zijn scooter, jas, broek en zonnebril. Een taxateur (X) maakt in opdracht van A een taxatierapport op aan de hand van foto's van de goederen. Volgens dit rapport bedraagt de dagwaarde van de Gucci leren jas € 1.250, van de Kenzo broek € 175 en van de Cartier zonnebril € 575. Eerder dat jaar (januari 2015) had A de jas laten taxeren door Y, eveneens aan de hand van toegezonden foto's. Y schat de

  5. VR 2022/144 Snorfietser aangereden door vrachtwagen. Verzekeraar stelt gemeente aansprakelijk. Gebrekkige verkeersinstallatie?

    Jurisprudentie

    Op 1 april 2016 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden tussen snorfietser A en vrachtwagenchauffeur B, waarbij A ernstig en blijvend letsel oploopt. WAM-verzekeraar ASR betaalt schadevergoeding aan A. ASR meent dat het ongeval is ontstaan door een gebrekkige verkeersinstallatie en vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat de gemeente Dordrecht, als bezitter van de opstal, aansprakelijk is. De rechtbank wijst de vorderingen af en overweegt hiertoe als volgt. Op de wegbeheerder rust de plicht ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in

  6. VR 2022/145 Ongeval door onduidelijke verkeerssituatie. Gemeente aansprakelijk wegens gebrekkige weginrichting.

    Jurisprudentie

    Op 26 april 2016 vond een verkeersongeval plaats, waarbij motorrijder X en autorijder A betrokken waren. X liep hierbij letsel op. X vordert in deze procedure, onder meer, een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is op grond van art. 6:174 BW, dan wel art. 6:162 BW. Hij stelt dat de weginrichting gebrekkig is, nu de verkeerssituatie bij het kruispunt waar het ongeval heeft plaatsgevonden onduidelijk en gevaarlijk is. De geparkeerde auto's ontnamen namelijk het zicht op het geplaatste waarschuwingsbord J8 en op (het verkeer komend uit) de zijstraat. De rechtbank verklaart voor

  7. VR 2022/146 Klachten na ongeval in 2009. Causaliteit. Waardering deskundigenberichten. Vaststellen schadeposten.

    Jurisprudentie

    Op 1 augustus 2009 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden. Een afslaande vrachtwagen zag een auto over het hoofd, waarna de auto om zijn as tolde, tegen twee auto's botste en uiteindelijk frontaal tegen de auto van X aan botste. X stelt aan het ongeval nek- en rugpijn, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, vergeetachtigheid, en concentratie- en woordingvindingsproblemen te hebben overgehouden. Allianz, bij wie de vrachtwagen was verzekerd, erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. Na ruim twaalf jaar zijn partijen het nog altijd niet eens over de

  8. VR 2022/147 Geen authentieke aanrijding; ongeval door X in scène gezet. X heeft onrechtmatig en maatschappelijk onbetamelijk gehandeld.

    Jurisprudentie

    Op 15 januari 2020 zou X, als bestuurder van een Land Rover, betrokken zijn geweest bij een aanrijding met B, als bestuurder van een bij Bo-Rent gehuurde bestelbus. Een dag later stuurt X een e-mail over de vermeende aanrijding, met een ingevuld aanrijdingsformulier, naar Allianz, de verzekeraar van Bo-Rent. X stelt Allianz aansprakelijk en verzoekt Allianz een expert in te schakelen voor de schade aan zijn auto. Allianz neemt de schade in behandeling, maar neemt nog geen standpunt in over de aansprakelijkheid. Daarnaast wil zij de Land Rover aan een nadere technische inspectie bij

  9. VR 2022/148 Weigering medewerking bloedonderzoek na eenzijdig ongeval. Verzekeraar keert terecht niet uit, maar legt onterecht boete op. Geen sprake van fraude/opzet tot misleiding.

    Jurisprudentie

    In de nacht van 28 op 29 oktober 2016 overkomt X een eenzijdig ongeval terwijl hij reed in de auto van Y, zijn vader. X raakt gewond en de auto raakt beschadigd. In de ambulance naar het ziekenhuis is X onderworpen aan een ademtest. De uitkomst ('P/A') overschrijdt de wettelijke alcohollimiet van X als beginnend bestuurder. Om deze reden neemt het ziekenhuis contact op met de politie, waarop een opsporingsambtenaar X in het ziekenhuis meerdere malen vraagt mee te werken aan een bloedonderzoek. X weigert telkens. De auto van Y was verzekerd bij Achmea. Op het aanrijdingsformulier vult Y in dat

  10. VR 2022/149 Fietsongeval; oneffenheid in wegdek; gemeente niet aansprakelijk.

    Jurisprudentie

    In 2018 doet fietser A mee aan een recreatieve fietstoertocht in Brabant. A rijdt in een groep van acht fietsers, die in tweetallen naast elkaar fietsen. A rijdt voorop aan de rechterzijde. Bij het voorsorteren om linksaf te gaan, valt A op een verkeersdrempel. De drempel bestaat uit betonplaten met bovenop klinkers. Als gevolg van de val heeft A diverse ernstige fracturen, een klaplong en een hersenschudding. A vordert een verklaring voor recht dat de gemeente Oss (B) aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval op grond van art. 6:174 lid 2 BW. Volgens A bleef zijn voorwiel

  11. VR 2022/15 Kind beschadigt andermans auto; risicoaansprakelijkheid ouder; 100% eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 16 februari 2018 heeft A aan haar aansprakelijkheidsverzekeraar (B) gemeld dat haar driejarige zoon (X) het panoramadak en de motorkap van de Volkswagen van een vriend (C) heeft vernield. X was met C mee in de auto. Toen C ging tanken, zou X zijn veiligheidsgordel hebben opengemaakt, het panoramadak hebben geopend en daaraan zijn gaan hangen. Ook zou hij een blikje frisdrank door het dak naar buiten hebben gegooid op de motorkap. Het panoramadak kon open, omdat C het contact had "aangelaten". A heeft haar vordering op B overgedragen aan C. C stelt dat A op grond van art. 6:169 lid 1 BW
  12. VR 2022/150 X valt als kind van pony. Eigen schuld; billijkheidscorrectie; matiging wegens onaanvaardbare gevolgen.

    Jurisprudentie

    Op 16 januari 2008 komt de 7-jarige X tijdens een paardrijles ten val. Haar pony schrok van de pony die voor X reed en maakte een onverwachte beweging, waardoor X ten val kwam. Zij liep een open botbreuk en zenuwschade op, waarvoor zij twee keer geopereerd moest worden. Dertien jaar later heeft zij nog steeds, onder meer, krachtverlies en gevoelloosheid in haar arm en benen. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat het paardrijbedrijf aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval en verzoekt een voorschot op de schadevergoeding. Het paardrijbedrijf erkent risicoaansprakelijkheid

  13. VR 2022/151 Naast voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger aangereden. Getuigenverklaringen. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 18 februari 2021 is voetgangster X, terwijl het donker was en het regende, bij het oversteken aangereden door automobilist Y. Hierbij liep X ernstig letsel op. Achmea, de WAM-verzekeraar van de auto, meent dat X eigen schuld bij het ongeval heeft. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor haar schade en gehouden is de volledige schade te vergoeden. De rechtbank verklaart voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor 90% van de schade van X en gehouden is 90% van de schade te vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. Achmea stelt dat X eigen schuld heeft aan het

  14. VR 2022/152 Is tussen partijen een eindregeling tot stand gekomen? Begroting buitengerechtelijke kosten: dubbele redelijkheidstoets.

    Jurisprudentie

    Op 29 september 2018 is fietser X aangereden door een bij De Goudse verzekerde auto. Hierdoor loopt zij een breuk in haar scheenbeen op, waaraan zij geopereerd moet worden. Daarnaast zijn enkele zaken van haar beschadigd. De Goudse erkent aansprakelijkheid en partijen treden in onderhandeling over een schaderegeling. De Goudse doet een aanbod voor een slotuitkering (exclusief buitengerechtelijke kosten) voor de letselschade van X. Voor de beoordeling van de buitengerechtelijke kosten verzoekt zij Van der Zwan, de belangenbehartiger van X, om zijn slotdeclaratie op te sturen. Een paralegal van

  15. VR 2022/153 Partijen zijn gebonden aan rapport van gezamenlijk benaderde deskundige.

    Jurisprudentie

    Op 15 mei 2016 botst een bij Aegon verzekerde auto tegen de auto van de Russische X. Aegon erkent aansprakelijkheid. Partijen schakelen gezamenlijk een neuroloog, psychiater en neuropsycholoog A in om de klachten van X te onderzoeken. Aegon schakelt neuropsycholoog B in, die de conclusies van A bestrijdt. X verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat de rapportage van A als bindend uitgangspunt geldt voor de vaststelling van de schade. De rechtbank wijst de verzoeken toe en overweegt als volgt. Uitgangspunt is dat partijen gebonden zijn aan de uitkomsten van de deskundigen die ze

  16. VR 2022/154 Voetgangster aangereden door tram. 50%-regel. Geen overmacht of aan opzet grenzende roekeloosheid. Bewijslastverdeling.

    Jurisprudentie

    Op 12 april 2017 is voetgangster X een ongeluk overkomen. Zij stak door rood licht een oversteekplaats over, waarna zij werd aangereden door een tram van GVB. Daarbij liep zij zwaar lichamelijk letsel op. Zij stelt GVB aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. VGA, de verzekeraar van GVB, beroept zich op overmacht. X laat een Quick scan uitvoeren door Baan Hofman Ongevallenanalyse. X verzoekt dat de rechtbank bepaalt dat VGA geen beroep op overmacht toekomt en ten minste 50% van haar schade dient te vergoeden. De rechtbank wijst het verzoek van X toe en overweegt hiertoe als volgt. Het

  17. VR 2022/155 Y rijdt na ruzie over voet X. Aan opzet grenzende roekeloosheid van X. 50%-regel niet van toepassing. Eigen schuld; causaliteitsverdeling; geen billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 23 april 2019 is X aangereden. X en Y hadden ruzie en na een telefonische woordenwisseling spreken zij ergens af. Daar aangekomen ontstaat een vechtpartij. Y ontvlucht de vechtpartij en stapt in zijn auto. X rent achter hem aan en gaat op tien centimeter afstand van het portier van Y staan. Y rijdt vervolgens achteruit het parkeervak uit, waarbij hij over de voet van X heen rijdt. X houdt hier een gebroken enkel aan over. Y wordt strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld voor mishandeling en bedreiging met zware mishandeling, maar vrijgesproken van het opzettelijk aanrijden van X. X spreekt

  18. VR 2022/156 Lichamelijke en psychische klachten na ongeval. Vaststellen bestaan klachten en causaal verband.

    Jurisprudentie

    Op 17 september 2018 raakt X betrokken bij een verkeersongeval. Zij stond stil voor een rood stoplicht, terwijl een auto tegen de auto achter X botste, die vervolgens tegen haar auto botste. Nationale Nederlanden (hierna: NN) heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval. Na psychiatrisch en neurologisch onderzoek blijkt dat X verscheidene lichamelijke en psychische klachten heeft. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat er een juridisch relevant causaal verband bestaat tussen haar klachten en het ongeval van 17 september 2018. NN stelt dat het bestaan van alle door X

  19. VR 2022/157 Personenschade. UMCG aansprakelijk voor val X tijdens basketbalspel? Zorgplicht niet geschonden.

    Jurisprudentie

    X neemt deel aan psychomotorische therapie bij het UMCG. Bij de tweede behandeling, op 28 juni 2019, komt X tijdens een basketbalspel ten val. X loopt een breuk in zijn elleboog en een instabiele knie op. Voorafgaand aan het spel heeft de therapeut voorlichting gegeven over het basketbalspel en de spelregels. De therapie wordt voorlopig stopgezet en in januari 2020 wordt besloten om het contact te beëindigen. Bij brief van 27 maart 2020 stelt X het UMCG aansprakelijk voor het ongeval. Het UMCG zou als zorgverlener tekort zijn geschoten in zijn zorgplicht, omdat de therapeut betere voorlichting

  20. VR 2022/158 Letselschadezaak; deskundigenrapport; whiplashjurisprudentie niet van toepassing.

    Jurisprudentie

    In 2012 wordt automobiliste A van achteren aangereden. Zij rijdt door groen licht, maar moet remmen omdat een andere auto met hoge snelheid door rood rijdt. Haar achterligger (een verzekerde van B) botst dan tegen haar auto. Op dat moment heeft A haar rechterhand op de versnellingspook. Na het ongeval ervaart A klachten en beperkingen aan haar rechterduim. B erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. Tussen A en B is in geschil of de klachten en beperkingen van A in causaal verband staan met het ongeval. Zij vragen daarom handchirurg X om een medisch deskundigenrapport. X

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!