Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2018/65 Van een koude kermis thuis?

    Artikel
    VR 2018/65 Van een koude kermis thuis? Aansprakelijkheid voor letsel door gebrekkige attracties Mr. B. Endeman* * Advocaat te Haarlem 1. Inleiding Attracties vormen niet alleen een bron van vermaak, maar soms ook van leed doordat zij letsel veroorzaken. Ongevallen met attracties halen met enige regelmaat de pers 1) en vormen een bron van procedures over personenschades. In deze bijdrage wordt verkend op welke grondslagen personenschade kan worden verhaald, hoe de specifieke voor attracties geldende regelgeving daarvoor van betekenis is en hoe daarmee in de rechtspraak wordt omgegaan. Daarbij
  2. VR 2018/66 Dood door schuld. Smartphone.

    Jurisprudentie
    Verdachte botste met de door hem bestuurde vrachtauto op een autosnelweg tegen een personenauto, waardoor een inzittende van de personenauto werd gedood en de andere inzittende zwaar lichamelijk letsel opliep. Voorafgaand aan het ongeval reed de verdachte 83 kilometer per uur. Intussen had hij zijn mobiele telefoon in zijn hand had en verrichtte daarop handelingen.Van verdachte als beroepschauffeur, rijdend in een beladen vrachtauto, mag extra voorzichtigheid en alertheid in het verkeer worden verwacht. Nu verdachte zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op de weg heeft gehouden
  3. VR 2018/67 Aanmerkelijke schuld? Overstekende voetganger.

    Jurisprudentie
    Verdachte was de bestuurder van de personenauto. Hij kwam uit de richting van de Slotermeerlaan en reed in de richting van de Rijksweg A10. De voetganger kwam uit de richting van de Burgemeester Hogguerstraat en stak schuin het kruisingsvlak van voornoemde kruising over in de richting van de tramhalte. Verdachte wordt onder meer verweten dat hij bij groen licht, maar met een te hoge snelheid voornoemde kruising is opgereden en niet heeft gezien dat de voetganger al rennend voornoemde kruising schuin wilde oversteken. Hierdoor is een aanrijding ontstaan tussen de door verdachte bestuurde auto
  4. VR 2018/68 Verkeerslicht. Tegen het verkeer in rijden.

    Jurisprudentie
    Betrokkene heeft tegen het verkeer in gefietst en daardoor geen zicht gehad op het rood licht uitstralende verkeerslicht. Het hof is van oordeel dat het verkeerslicht moet worden aangemerkt als een voor de betrokkene bestemd verkeerslicht. Dit verkeerslicht heeft immers de bedoeling het door haar bereden wegvak af te sluiten voor verkeer in beide richtingen. Dat de betrokkene geen zicht had op dit verkeerslicht en niet kon zien dat dit verkeerslicht rood licht uitstraalde, is een omstandigheid die aan de betrokkene zelf te wijten is, doordat zij tegen het verkeer in reed. Deze omstandigheid
  5. VR 2018/69 Prejudiciële vragen; geen 'voorrisico' voor WAM-verzekeraar.

    Jurisprudentie
    Als een verzekering in het RDW-register wordt vermeld, staat daarbij slechts de dag en niet het tijdstip vermeld. De registratie werkt derhalve terug tot 00.00 uur op de dag van registratie. Dat kan problemen opleveren indien de eigenaar van een onverzekerde auto ná het veroorzaken van een ongeval op dezelfde dag een verzekering afsluit en de benadeelde vervolgens deze verzekeraar aanspreekt. Bij het Hof Den Haag zijn over deze problematiek twee zaken aanhangig. Het hof heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In de kern komen deze neer op de vraag of de verzekeraar de benadeelde in
  6. VR 2018/70 Aanrijding fietser met (zwerf)kat; bezitter?

    Jurisprudentie
    Op 26 mei 2015 is appellant op de fiets in botsing gekomen met een kat. Hij is daarbij ten val gekomen en heeft ernstig letsel opgelopen. De kat was een zwerfkat waarmee geïntimeerden een zekere band hadden opgebouwd: de kat verbleef doorgaans in de omgeving van hun woning, had een naam gekregen en toen de kat enkele dagen afwezig was, uitten geïntimeerden daarover op Facebook hun bezorgdheid.Appellant heeft geïntimeerden aansprakelijk gesteld op grond van art. 6:179 BW, omdat zij de bezitters van de kat zouden zijn. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Het hof wijst de vorderingen
  7. VR 2018/71 Verkeersongeval snelweg; gevaarzetting niet onrechtmatig.

    Jurisprudentie
    Eerst een ongeval tussen een personenauto en een camper, waarbij beide voertuigen deels terechtkwamen op de vluchtstrook. Kort na het ongeval kwam A, medewerker van de ANWB, in een ANWB-voertuig ter plaatse. Hij plaatste zijn voertuig in eerste instantie voorbij de aanrijdingslocatie, maar besloot na het opnemen van de stand van zaken dat het beter was om zijn voertuig vóór de aanrijdingslocatie te plaatsen. Hij is daartoe op de rechterrijstrook van de snelweg achteruit gereden. Een Toyota op de rechterrijstrook, bestuurd door B en met C en D als inzittenden, is tijdens deze manoeuvre in
  8. VR 2018/72 Regres verzekeraar op onverzekerde eigenaar en bestuurder
    auto.

    Jurisprudentie
    Op 5 juli 2013 heeft gedaagde met een (op zijn naam staande) Peugeot een aanrijding veroorzaakt, waarbij A letselschade heeft opgelopen. De Peugeot stond tot 27 juni 2013 op naam van B, die de auto had verzekerd bij Bovemij. Op 27 juni 2013 is een vrijwaringsbewijs afgegeven. Bovemij heeft de schade van A vergoed; deze schade is bij vaststellingsovereenkomst bepaald op ruim € 60.000,-. Gedurende de schaderegeling heeft Bovemij gedaagde er diverse keren op gewezen dat de schade op hem zou worden verhaald en hem verzocht om informatie over onder meer de toedracht. Gedaagde heeft op deze
  9. VR 2018/73 Aansprakelijkheid wegbeheerder voor schade aan auto.

    Jurisprudentie
    Eiser is op 19 november 2016 te Haarlem in het donker met zijn auto over een verhoogde (ca. 12 cm) wegafscheiding gereden, waarbij schade is ontstaan aan de auto. In januari 2017 heeft de gemeente Haarlem een reflecterend paaltje op de wegafscheiding geplaatst. De rechtbank stelt vast dat het plaatsen van een dergelijk paaltje een eenvoudige maatregel is, die in beginsel ook van de gemeente kan worden gevergd. Weliswaar volgt uit het feit dat de verkeersituatie veiliger kan nog niet dat de verkeerssituatie zonder paaltje gebrekkig is; uit foto's blijkt echter dat er oorspronkelijk (na de
  10. VR 2018/74 Aansprakelijkheid wegbeheerder; acceptabel hoogteverschil;
    'hindsight bias'.

    Jurisprudentie
    Eiseres is op 25 oktober 2016 gevallen, naar eigen zeggen omdat zij struikelde over een losliggende stoeptegel. Zij stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. De vordering wordt afgewezen. In casu was sprake van een hoogteverschil van 2 cm. Weliswaar hoeven voetgangers bij een normaal trottoir niet bedacht te zijn op grote hoogteverschillen, maar een verschil van 2 cm is een acceptabel hoogteverschil en levert geen gebrek op in de zin van art. 6:174 BW. Steun voor dat oordeel kan worden gevonden in het zgn. CROW-handboek, waar een hoogteverschil vanaf 3 cm als 'ernstig' wordt
  11. VR 2018/75 Deelgeschil, productaansprakelijkheid.

    Jurisprudentie
    Verzoekster heeft schade (in de vorm van ernstig en blijvend zenuwletsel aan de linkerarm) geleden toen een fles champagne die zij probeerde te ontkurken uit elkaar sprong. Zij heeft respectievelijk aansprakelijk gesteld: · De Italiaanse vennootschap (Veralia) die de glazen fles heeft geproduceerd; · De Italiaanse vennootschap (Colonna Tosso) die de wijn heeft geproduceerd en gebotteld; · Een dochtermaatschappij van Colonna Tosso; · De Nederlandse vennootschap DGS, die de wijn in Nederland heeft ingevoerd. De verzoeken met betrekking tot DGS worden afgewezen. In de eerste plaats
  12. VR 2018/76 Deelgeschil; art. 185 WVW, eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Deelgeschil. Verzoekster is op de fiets aangereden door Y. De oprit van de woning van haar ouders grenst aan de straat de Breede. Verzoekster wilde deze weg oversteken om aan de rechterzijde van de weg naar Bafflo te fietsen. Zij stak daartoe over, vlak voor een groep fietsers die de andere kant op ging. Deze groep fietsers was op dat moment nog ca. 2 meter van verzoekster verwijderd. Op het moment dat zij overstak werd zij aangereden door Y, die op zijn bromfiets de groep fietsers inhaalde. Verzoekster heeft onder meer een hersenschudding opgelopen. Univé heeft, als WAM-verzekeraar van Y, 50%
  13. VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag

    Artikel
    VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag Een verkenning Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus School of Law, hoofdredacteur van Verkeersrecht. Verschillende terroristische aanslagen, waaronder aanslagen met auto’s en andere voer- of (lucht)vaartuigen, hebben in de afgelopen jaren forse schade veroorzaakt. Het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag in Nederland is ‘substantieel (niveau 4)’, het één na hoogste niveau. 1) Dat betekent dat een kans op een dergelijke aanslag reëel is. Doet zich in Nederland een aanslag voor, dan zal de vraag
  14. VR 2018/79 Begroten van toekomstschade in een som ineens - rekenrentescenario 2018

    Artikel
    VR 2018/79 Begroten van toekomstschade in een som ineens – rekenrentescenario 2018 Mr. J.F. (Marjan) Vermeulen * * Advocaat bij Vermeulen Letselschade Advocaten te Nijmegen. 1. Inleiding In de letselschadepraktijk is het gebruikelijk om toekomstige schade af te wikkelen in een som ineens. De methode van begroten van deze som ineens is mede bepalend of een slachtoffer in de toekomst daadwerkelijk verzekerd is van vergoeding van zijn jaarschade. Een cruciaal element in deze begroting is de hoogte van de verwachte rendementen op de korte en lange termijn. Sinds de financiële crisis van 2008 zijn
  15. VR 2018/81 Schending hoorplicht. Geel verkeerslicht. Tijdig kunnen stoppen?

    Jurisprudentie
    Door te oordelen dat de officier van justitie van het horen mag afzien wanneer een inleidende beschikking voldoende informatie bevat, heeft de kantonrechter een uitzonderingsgrond toegepast die de wet niet kent.Indien een driekleurig verkeerslicht geel licht uitstraalt, houdt dit in beginsel in dat moet worden gestopt. Slechts indien men het verkeerslicht zo dicht genaderd is dat stoppen niet meer mogelijk is, mag men doorrijden. Daarbij dient er in beginsel vanuit te worden gegaan dat de duur van de geellichtfase lang genoeg is om dat voertuig op verantwoorde wijze tijdig tot stilstand te
  16. VR 2018/82 Niet stoppen bij rood licht. Geeltijdverkeersregelinstallatie.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”. De betreffende gedraging is een overtreding van artikel 62 in verbinding met artikel 68, eerste lid, aanhef en onder c, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).De betrokkene heeft aangevoerd dat hij ervan uitging dat de geeltijd vier seconden zou zijn, zoals volgens de betrokkene gebruikelijk is. De overheid geeft geen voorlichting over de variabele geeltijd en de geeltijd wordt nooit ter
  17. VR 2018/83 Rood verkeerslicht. Rechtsaf door rood.

    Jurisprudentie
    Het verkeerslicht op het fietspad waarop de betrokkene (fietser) reed stond op rood toen de betrokkene dit passeerde. De stelling van de betrokkene dat hij niet voor het rode verkeerslicht hoefde te stoppen, nu alle overige verkeerslichten in dezelfde richting groen licht gaven, is niet juist. Zoals hiervoor is vastgesteld, maakte de betrokkene gebruik van het fietspad. Dat brengt mee dat hij zich diende te houden aan het verkeerslicht dat voor het verkeer op dat fietspad gold. De stelling van de betrokkene dat het voor fietsers die rechts afslaan, zoals hij stelt te hebben gedaan, is
  18. VR 2018/84 Administratieve sanctie. Aankondiging van beschikking.Vergissing in bedrag.

    Jurisprudentie
    De onjuistheid van het bedrag in de aankondiging van beschikking leidt niet tot het oordeel dat de inleidende beschikking vernietigd dient te worden. De aankondiging van beschikking dient enkel als kennisgeving. Door de uitreiking van een aankondiging van beschikking wordt een betrokkene alvast op de hoogte gesteld van de hem verweten gedraging en van het feit dat hij op korte termijn een inleidende beschikking krijgt toegezonden. Nu de inleidende beschikking geen onjuistheden bevat, is de ontstane verwarring niet van dien aard dat de betrokkene in enig rechtens te respecteren belang is
  19. VR 2018/85 Dimverlichting. Verklaring verbalisant.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 85,- opgelegd ter zake van “als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl de dimlichten niet aan de eisen voldoen”. Het bepaalde in artikel 5.2.51, eerste lid, aanhef en onder b., van de Regeling voertuigen (RV), in samenhang met het bepaalde in artikel 5.2.55, eerste lid, en 5.2.56, eerste lid RV houdt in - voor zover van belang - dat personenauto's moeten zijn voorzien van 2 goed werkende en goed afgestelde dimlichten. Ingeval een licht wordt gevormd door meerdere lichtbronnen, mag door de defecte

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!