Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2019/190 Toepassing billijkheidscorrectie?

    Jurisprudentie
    Op 16 april 2017 reden verweerder en verzoeker in hun auto's vanaf de dorpskern van Zuidlaren binnen de bebouwde kom richting de wijk Zuides. Op het moment dat verzoeker de door verweerder bestuurde auto inhaalde, stuurde verweerder de auto naar links om de Oude Dijk in te slaan. De voertuigen raakten elkaar, waarna verzoeker de macht over het stuur is kwijtgeraakt en de door hem bestuurde auto na een slip tegen een boom is beland. Als gevolg van het ongeval heeft verzoeker zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Sinds het ongeval verkeert verzoeker in coma. In dit geval twisten partijen over de
  2. VR 2019/191 Aanrijding; verboden rijrichting; geen schadevergoeding.

    Jurisprudentie
    In 2017 vond in Amsterdam een aanrijding plaats tussen een door eiseres bestuurde personenauto en een door gedaagde bestuurde bestelbus met aanhanger. De personenauto stond geparkeerd aan de linkerzijde van de rijbaan, waar parkeervakken beschikbaar zijn die diagonaal naar rechts ten opzichte van de rijbaan zijn gesitueerd. Toen eiseres vanuit het parkeervak achteruit wilde rijden, naderde van rechts de bestelwagen. Vast staat dat het een éénrichtingsweg betrof en dat de bestelwagen in de verboden rijrichting reed. De aanhanger van de bestelwagen is in botsing gekomen met de personenauto. De
  3. VR 2019/192 Verkeersongeval; 68-jarige man; smartengeld; begroting kosten fysiotherapie.

    Jurisprudentie
    Op 9 september 2014 is eiser een verkeersongeval overkomen. Toen hij in zijn auto op een recht doorgaande weg reed, is hij in de linkerflank aangereden door een auto die bestuurd werd door X. De auto van X was verzekerd bij TVM. Eiser was ten tijde van het ongeval 68 jaar. Ten gevolge van dit ongeval heeft hij blijvend letsel aan zijn zenuwen opgelopen, waardoor hij 24 uur per dag pijn ervaart en hij levenslang is aangewezen op fysiotherapie. TVM heeft aansprakelijkheid voor het verkeersongeval erkend en heeft als voorschot op het smartengeld € 3.500 uitgekeerd. Eiser vordert TVM te
  4. VR 2019/193 Deelgeschil; ondanks relatief gering belang, volledige vergoeding buitengerechtelijke kosten; geen onredelijke kosten.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is op 24 augustus 2016 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij reed op zijn scooter toen hij werd aangereden door een auto. Dekra, (de vertegenwoordiger van) de aansprakelijkheidsverzekeraar van de bestuurder van de auto, heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval en de daaruit voor verzoeker voortvloeiende schade erkend. Dekra heeft een eerste door de advocaat van verzoeker verzonden factuur ter zake van buitengerechtelijke kosten ad € 1.446,67 voldaan. Een tweede factuur ter zake van buitengerechtelijke kosten ad € 1.544,60 is onbetaald gebleven. De advocaat van verzoeker
  5. VR 2019/194 Plausibiliteitstoets en beoordeling causaal verband bij klachten ten gevolge van ongeval.

    Jurisprudentie
    Op 16 november 2011 is verzoekster als bestuurder van een personenauto op de A9 aangereden door een andere automobilist. Er was sprake van een aanrijding tegen de linker achterzijde van de auto van verzoekster, waardoor de auto is gaan spinnen. De automobilist die verzoekster als eerste heeft geraakt, was tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea. Achmea heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Verzoekster heeft na het ongeval diverse klachten gekregen. Er heeft een neurologische expertise plaatsgevonden door neuroloog Verlooy en een neuropsychologische
  6. VR 2019/195 Begroting smartengeld.

    Jurisprudentie
    Op 22 september 2008 reed verzoeker met zijn motor binnen de bebouwde kom op de voor hem rechter weghelft. Een tegemoetkomende automobilist verzuimde bij het linksaf slaan aan verzoeker voorrang te verlenen. Verzoeker heeft hierdoor krachtig geremd en is met zijn motor onderuit gegleden en kwam daarbij tegen de rechter zijkant van de auto. Als gevolg van het ongeval heeft verzoeker ernstig en blijvend letsel opgelopen. Verzoeker vordert vergoeding voor de geleden en nog te lijden immateriële schade. De peildatum voor de begroting van het smartengeld is mede onderdeel van het geschil.
  7. VR 2019/196 Aanrijding op kruising; aansprakelijkheid voorrangsgerechtigde afgewezen.

    Jurisprudentie
    In 2016 heeft een aanrijding op een kruising buiten de bebouwde kom plaatsgevonden tussen de door verzoekster bestuurde personenauto en de door verweerder bestuurde bedrijfswagen. Vast staat dat verzoekster geen voorrang heeft verleend aan verweerder, terwijl zij hiertoe wel verplicht was. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat verweerder en Univé (in haar hoedanigheid van WAM-verzekeraar van verweerder) aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het ongeval en gehouden zijn ten minste 50% te vergoeden van de door verzoekster geleden en te lijden schade. De rechtbank stelt
  8. VR 2019/197 Deelgeschil; kop-staart-botsing; causaal verband; frauderegistratie.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is in zijn Renault aangereden door een bij Allianz verzekerde Mercedes. De politie heeft over het ongeval opgenomen dat (1) de Renault uitsluitend al bestaande schade leek te hebben en dat (2) de bijrijder van verzoeker verklaarde dat verzoeker al eerder rug- en nekklachten had. Allianz heeft daarop aangegeven geen schade te zullen vergoeden en heeft verzoeker op verdenking van fraude opgenomen in een intern registratiesysteem. De rechtbank concludeert dat Allianz, alle twijfels over het causaal verband daargelaten, aansprakelijk is jegens verzoeker. Wel moet er nog verder onderzoek
  9. VR 2019/198 Deelgeschil bij 7:611-schade; whiplash; (bewijs van) causaal verband.

    Jurisprudentie
    Verzoekster is in de uitoefening van haar werkzaamheden voor een marketingbedrijf een verkeersongeval overkomen. Zij heeft de werkgever aansprakelijk gesteld op grond van art. 7:611 BW, de verplichting om in het kader van goed werkgeverschap een behoorlijke verzekering af te sluiten. De AVB-verzekeraar van de werkgever (NN) heeft aansprakelijkheid erkend. Nadien is twijfel gerezen over het causaal verband tussen het ongeval en een aantal door verzoekster geuite klachten, te weten (a) licht schedelhersenletsel, (b) migraine, (c) cognitieve klachten en (d) somatisch symptoomstoornis. De
  10. VR 2019/2 Artikel 185 WVW

    Artikel
    VR 2019/2 Artikel 185 WVW Naar een betere bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers Geertruid M. van Wassenaer * * Letselschade-advocaat en MfN mediator te Haarlem, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding 1) Eind vorige eeuw waren er zes vrouwen die als voetganger of fietser hadden deelgenomen aan het verkeer en daarbij ernstig letsel opliepen. Zij waren het die een nieuwe richting gaven aan de bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers zoals zij. De jongere juristen zullen hun namen allang niet meer kennen. Maar deze vrouwen hebben een enorm belangrijke rol gespeeld in de rechtsontwikkeling
  11. VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten

    Artikel
    VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten Prof. mr. W.H. Vellinga * * Oud A-G bij de Hoge Raad, tevens oud-redacteur van Verkeersrecht. Bestraffing van verkeersdelicten kan bijzonder lastig zijn. Dat komt onder meer doordat bij verkeersongevallen de mate van schuld en de ernst van de gevolgen niet steeds gelijk op lopen. Soms leidt een enkele aanmerkelijke onoplettendheid tot dood of zwaar lichamelijk letsel 1) en pleegt de bestuurder een misdrijf (art. 6 WVW 1994), soms blijven zeer ernstige misdragingen in het verkeer zonder gevolgen en
  12. VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor

    Artikel
    VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor J. Dierx * * Bestuurder/mediator bij De Mediation Coöperatie en lid van de commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Inleiding In dit artikel wordt betoogd dat toepassing van herstelrecht en mediation in de Nederlandse letsel- en overlijdensschadepraktijk wordt onderbenut. Restorative Justice (herstelrecht) is een theorie over recht-doen door het herstellen van schade, veroorzaakt door strafbaar gesteld of onrechtmatig gedrag. Dit wordt het best bereikt door vormen van samenwerking tussen alle belanghebbenden (deze omschrijving is
  13. VR 2019/201 'Roekeloze rijders' en rare wetgeving

    Column
    VR 2019/201 ‘Roekeloze rijders’ en rare wetgeving Al enige tijd geniet de figuur van de ‘verkeershufter’ verhoogde aandacht van de zijde van politie en justitie. Personen die zich structureel niets aan elementaire verkeersregels gelegen laten liggen, zouden streng moeten worden aangepakt. Om dit mogelijk te maken, is al meermalen gezegd dat in de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften een soort recidiveregeling zou moeten worden opgenomen. Dat houdt in dat het herhaaldelijk plegen van meerdere verkeersovertredingen in een kortere periode, meestal gaat het over
  14. VR 2019/202 Dood door schuld. Bestuurder van politieauto. Optische en geluidssignalen.

    Jurisprudentie
    De verdachte is, terwijl het verkeerslicht in zijn richting rood licht uitstraalde, met de door hem bestuurde politieauto over de busbaan een grote kruising opgereden met een snelheid van ten minste 90 km/u, waarbij alleen al de remweg even lang was als de gehele kruising, en is in botsing is gekomen met het slachtoffer dat van rechts op een snorfiets aankwam. Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden en dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte als bedoeld in art. 6 WVW 1994 is te wijten.Dat kan in
  15. VR 2019/203 Uitstel onherroepelijk worden uitspraak.

    Jurisprudentie
    In zijn arrest van 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2002, heeft de Hoge Raad overwogen dat onder 'grieven' als bedoeld in art. 410, eerste lid, Sv zowel bezwaren direct gericht tegen het oordeel van de rechter in eerste aanleg als andersoortige gronden voor het instellen van het beroep kunnen vallen. Dit geldt ook voor de in art. 416, eerste en tweede lid, Sv genoemde mondelinge 'bezwaren tegen het vonnis'. Als het indienen van een 'grief' of het opgeven van een 'bezwaar' in de hiervoor bedoelde zin kan echter niet worden aangemerkt de enkele omstandigheid dat namens de verdachte is aangevoerd
  16. VR 2019/204 Benadeelde partij. Proceskosten. (Voorwaardelijke) toevoeging.

    Jurisprudentie
    Door een benadeelde partij gemaakte kosten voor rechtsbijstand zijn - anders dan door de benadeelde partij gevorderde vermogensschade als bedoeld in art. 51a Sv en art. 6:96 BW - te rekenen tot de proceskosten waaromtrent de rechter ingevolge art. 592a Sv in de daar bedoelde gevallen een afzonderlijke beslissing dient te geven, die ingevolge art. 361, zesde lid, Sv in de uitspraak dient te worden opgenomen (vgl. HR 18 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:ZD1786).Een redelijke uitleg van art. 592a Sv brengt mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in
  17. VR 2019/205 Rijden met ongeldig verklaard rijbewijs. Datum van ingang. Bekendmaking.

    Jurisprudentie
    Art. 132, vierde lid, WVW 1994 bepaalt dat de ongeldigverklaring van kracht is met ingang van de zevende dag na die waarop het besluit tot ongeldigverklaring aan de houder van het rijbewijs is bekendgemaakt. Van enige vorm van bekendmaking van het besluit aan de verdachte geven de gebezigde bewijsmiddelen echter geen blijk. Derhalve kan in het licht van de gebezigde bewijsmiddelen niet worden vastgesteld dat het rijbewijs van de verdachte op 3 juni 2014 ongeldig was verklaard, zodat evenmin uit deze bewijsmiddelen kan volgen dat de verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs
  18. VR 2019/206 Rijden onder invloed. Drugs. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    Met betrekking tot de straftoemeting ter zake van het rijden onder invloed van cocaïne in een geval als het onderhavige, waarin louter sprake is van de constatering dat de grenswaarde van die stof, genoemd in artikel 3 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer is overschreden, acht het hof als uitgangspunt een geldboete van € 850,-, subsidiair 17 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden passend en geboden. In strafmatigende zin houdt het hof rekening met de omstandigheid dat het rijbewijs van de verdachte
  19. VR 2019/207 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Hoge mate van schuld maar geen roekeloosheid. Rijden onder invloed.

    Jurisprudentie
    Door verdachte is een zeer gevaarlijke inhaalmanoeuvre verricht, waarbij hij twee voor hem rijdende auto’s heeft ingehaald en vervolgens een middengeleider met een voetgangersoversteekplaats links heeft gepasseerd, omdat er onvoldoende uitwijkruimte was om terug te gaan naar de rechter rijbaan. De verdachte is daarna over een afstand van ongeveer 90 meter tot de plaats van het ongeval gedeeltelijk links blijven rijden en zelfs gaan accelereren, terwijl hij een onoverzichtelijke bocht met een voetgangersoversteekplaats naderde. Voorafgaand en tijdens deze onverantwoorde inhaalactie heeft
  20. VR 2019/208 Dood door schuld. Geen roekeloosheid.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met de door hem bestuurde personenauto met zeer hoge snelheid - 167 km/u waar 50 km/u was toegestaan - en onder invloed van alcohol gereden en is daarbij gebotst op een auto die vanuit een uitrit de weg opreed. De bestuurster van deze auto kwam hierbij om het leven. Dit rijgedrag moet worden aangemerkt als zeer onvoorzichtig, maar kan niet worden beschouwd als roekeloos in de zin van artikel 175, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachtes zoon reed met eveneens zeer hoge snelheid achter de verdachte aan maar er is geen bewijs voor een snelheidswedstrijd.

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!