Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2019/133 Annulering vlucht bij mist; geen buitengewone omstandigheid.

    Jurisprudentie
    Een vlucht van Amsterdam naar Parijs wordt geannuleerd. Drie passagiers vorderen compensatie van Air France in verband met de ontstane vertraging. Air France betwist gehouden te zijn tot het betalen van compensatie, aangezien de vlucht is geannuleerd wegens slechte weersomstandigheden (dichte mist). De vertraging was naar de mening van Air France aldus het gevolg van buitengewone omstandigheden (in de zin van de Verordening 261/2004) die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.De kantonrechter stelt vast dat er op het tijdstip in kwestie wel andere
  2. VR 2019/134 Compensatie bij vertraging luchtvaart; buitengewone
    omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Vlucht van Amsterdam naar Tel Aviv. Tijdens de 'push back', waarbij het vliegtuig met een sleepwagen van de gate wordt weggeduwd om te gaan taxiën, is de sleepwagen geslipt en tegen de vleugel van het vliegtuig gebotst. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende schade kon het vliegtuig niet zonder reparatie vertrekken. El Al heeft, nadat bleek dat op de luchthaven geen passend reserve-onderdeel beschikbaar was, uiteindelijk een vervangend vliegtuig uit Tel Aviv naar Amsterdam laten komen. De vlucht is vervolgens op zaterdag om 21.41 uur vertrokken. De oorspronkelijke vertrektijd was vrijdag 09
  3. VR 2019/135 Compensatie bij vertraging vlucht; geen bijzondere
    omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Eiser heeft bij gedaagde een vlucht geboekt voor 21 maart 2016. Deze vlucht is geannuleerd. Conform de Verordening 261/2004 vordert eiser financiële compensatie van € 400,-. Gedaagde stelt dat sprake was van bijzondere omstandigheden in de zin van art. 5 lid 3 van de Verordening: de Franse luchtverkeersleiding staakte, waardoor gedaagde 20-30% van de vluchten over Frankrijk diende te annuleren. De rechtbank overweegt dat met de annulering van de vlucht het recht op compensatie in beginsel is gegeven, behoudens indien inderdaad sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden. Een staking als de
  4. VR 2019/136 Compensatie bij vertraging vlucht; geen bijzondere
    omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Eiseres heeft bij gedaagde een vlucht naar Venetië geboekt voor 9 april 2016. Deze vlucht is geannuleerd. Gedaagde heeft eiseres een alternatieve vlucht aangeboden naar Bergamo; eiseres heeft daarvan gebruik gemaakt en is vervolgens per bus en trein naar Venetië gereisd. Conform de Verordening 261/2004 vordert eiseres financiële compensatie (€ 250,-) en vergoeding van haar extra (reis)kosten. Gedaagde stelt dat sprake was van bijzondere omstandigheden in de zin van art. 5 lid 3 van de Verordening: de Italiaanse luchtverkeersleiding staakte van 8.00 tot 14.00 uur, in verband waarmee de vlucht
  5. VR 2019/137 Deelgeschil; letselschade; fietswiel in spoorrails spoorwegovergang; aansprakelijkheid spoorweg- en wegbeheerder afgewezen.

    Jurisprudentie
    Verzoekster is op 2 januari 2018 gevallen op de spoorwegovergang, doordat het wiel van haar fiets in de spoorrails terechtgekomen is. Door haar val heeft zij ernstig letsel opgelopen. Volgens verzoekster heeft de ligging van de spoorlijn ten opzichte van de weg het ongeval veroorzaakt. Omdat de rails niet haaks maar schuin over de weg ligt en omdat de weg die naar de overweg toevoert een flauwe bocht maakt, komen fietsers gemakkelijker met hun wiel in de rails terecht. Verzoekster stelt dat de afgelopen jaren al meerdere mensen op deze spoorwegovergang met de fiets zijn gevallen en zij
  6. VR 2019/138 Causaal verband tussen aanvankelijke klachten en ongeval?

    Jurisprudentie
    Op 16 september 2009 is verzoeker, als bestuurder van een taxi, betrokken geraakt bij een kop-staartbotsing. Verzoeker remde af om voorrang te verlenen. Tijdens het afremmen werd hij van achteren aangereden door een andere auto. Door de klap schoot de auto van verzoeker door en botste hij op de auto voor hem. Sinds het ongeval heeft verzoeker last van verschillende klachten. De lage rugklachten met uitstralende pijn zijn gebleven en sinds juni 2016 verergerd. Op gezamenlijk verzoek van partijen zijn zowel een orthopedische als een neurologische expertise verricht. Delta Lloyd heeft op 5
  7. VR 2019/139 Deelgeschil; volstrekt onnodig en onterecht aanhangig
    gemaakte procedure.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is op 28 september 2013, rijdend op een motor, aangereden door een personenauto die werd bestuurd door een bij Allianz verzekerde bestuurder. Allianz heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Naar aanleiding van het ongeval zijn een vijftal expertises verricht, waarbij partijen steeds overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige(n). Het verzoek strekt er in de kern toe dat Allianz wordt veroordeeld tot betaling van de schade zoals die is vastgesteld in de (als laatst verrichte) rekenkundige expertise. Het verzoek wordt afgewezen. Anders dan verzoeker doet
  8. VR 2019/14 Monstertruck. Dood door schuld. Zeer onvoorzichtig.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft, door onder de gegeven omstandigheden (beperkte ruimte, publiek overal in de rijrichting, ontbreken adequate veiligheidsmaatregelen en een bijzonder gevaarzettend voertuig) de demonstratie met de monstertruck uit te voeren, een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van het aanwezige publiek genomen, terwijl van hem als professioneel stuntman juist gevergd mocht worden hieromtrent een juiste inschatting te maken. Op grond van dit alles moet het handelen van verdachte als zeer onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig worden aangemerkt.
  9. VR 2019/140 Letselschadezaak tegen verzekeraar; verzoeken gelaedeerdegeen fraude en verwijdering fraudemelding registers niet-ontvankelijk; materiële en immateriële schadevergoeding; kosten rechtsbijstand.

    Jurisprudentie
    In 2011 is verzoeker betrokken geraakt bij een ongeval. Toen hij op zijn brommer reed, is hij aangereden door een automobilist die uit een oprit kwam. De auto was verzekerd bij ASR. ASR heeft aansprakelijkheid erkend. Verzoeker heeft door het ongeval een beenbreuk opgelopen, waardoor blijvend beenlengteverschil is ontstaan. Verzoeker verzoekt dat de rechtbank (i) voor recht verklaart dat geen sprake is van door verzoeker jegens ASR gepleegde fraude en dat (ii) zij beslist dat ASR, indien zij melding van fraude heeft gedaan dan wel verzoeker heeft geregistreerd in haar eigen incidentenregister
  10. VR 2019/141 Ongeluk tijdens bedrijfsfeest.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is op 1 januari 2009 in dienst getreden van Ziggo. Op vrijdagavond 20 september 2013 heeft verzoeker het jubileumfeest van Ziggo bezocht met zijn eigen auto. Omdat de bij de evenementenlocatie behorende verharde parkeerplaats (voor de ingang) onvoldoende ruimte bood, heeft verzoeker zijn auto geparkeerd op een daarachter gelegen onverhard terrein. Het was op dat moment nog licht buiten. Na afloop van het feest is hij ongeveer twintig meter voor de auto gestruikeld en ten val gekomen. Daarbij is zijn hand diep opengereten door een stuk glas dat daar op de grond lag. Een slagaderlijke
  11. VR 2019/142 De zorgplicht van de Staat: doorwerking naar de strafrecht- en letselschadepraktijk

    Artikel
    VR 2019/142 De zorgplicht van de Staat: doorwerking naar de strafrecht- en letselschadepraktijk Bijdrage naar aanleiding van het LSA-symposion 25 januari 2019 1) Prof. mr. dr. G.G.J.A. Knoops * * Advocaat bij Knoops’ advocaten, hoogleraar Politiek van het Internationaal Recht (UvA) en gasthoogleraar Internationaal Strafrecht Shandong University (China). Met dank aan mr. P. van der Vegt, advocaat bij Knoops' advocaten, voor zijn belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van dit artikel. Inleiding: zorgplicht van de overheid als werkgever Op 6 juli 2016 kwam bij een mortieroefening van de
  12. VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer

    Artikel
    VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer Een bespreking van A.A. van Dijk, Opzet, kans en keuzes , Zutphen 2017 Prof. mr. F. de Jong * * Als hoogleraar strafrecht verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) van de Universiteit Utrecht. 1. Een analyse van doodslag in het verkeer In 2017 verscheen bij uitgeverij Paris het boek Opzet, kans en keuzes. Een analyse van doodslag in het verkeer van de hand van Alwin van Dijk. Het is een indrukwekkend boek; indrukwekkend niet alleen vanwege de lijvige omvang
  13. VR 2019/145 Staande houden. Bekeuring op kenteken.

    Jurisprudentie
    Kennelijk heeft de verbalisant de buschauffeurs gewaarschuwd en vervolgens, nadat de bussen vijftig meter verder zijn gereden, twee sancties opgelegd aan de kentekenhouder. Naar het oordeel van het hof is niet goed voorstelbaar waarom in dit geval de sancties niet konden worden opgelegd aan de bestuurders van de bussen. De verbalisant heeft hierover geen opheldering gegeven, ook niet na een uitdrukkelijk verzoek van de officier van justitie daartoe. Nu de sancties met toepassing van artikel 5 van de Wahv zijn opgelegd aan de kentekenhouder, terwijl er een reële mogelijkheid bestond om de
  14. VR 2019/146 Geen dimlicht. Beroep op overmacht. Boordcomputer.

    Jurisprudentie
    De betrokkene ontkent niet dat de dimlichten van zijn auto niet werkten en stelt zich op het standpunt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt omdat de oorzaak een storing in de boordcomputer van zijn auto was. Zijns inziens knipperde de verlichting. Bij staandehouding heeft hij de auto meteen weer gereset. Het is geen nalatigheid of laksheid dat het lampje niet meteen vervangen is. Hij had op dat moment al een afspraak met de monteur in verband met gemelde storing.De betrokkene doet in feite een beroep op overmacht. Dat kan slagen als feiten of omstandigheden worden aangevoerd op grond
  15. VR 2019/147 Rijden door rood licht. Gegevens op foto.

    Jurisprudentie
    Rijden door rood verkeerslicht? De gegevens in de databalk op de foto's zijn slecht leesbaar, de gegevens in de daaronder opgenomen gegevensbalk wijken af van de gegevens in de databalk (voor zover leesbaar) en de gegevens in het zaakoverzicht van het CJIB (het resultaat van de administratieve verwerking van de digitale registratie) wijken ook weer af van deze gegevens. Derhalve is niet komen vast te staan dat de betrokkene niet heeft gestopt voor een rood verkeerslicht.
  16. VR 2019/148 Doodslag. Poging tot doodslag. Voorwaardelijk opzet.

    Jurisprudentie
    De verdachte is veroordeeld voor doodslag en poging tot doodslag, hierin bestaande dat hij met de door hem bestuurde auto achterop een motor is gebotst, ten gevolge waarvan de bestuurster van de motor om het leven kwam en de duopassagier ernstig gewond raakte. Verdachte was onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol, beschikte niet over een rijbewijs voor categorie B en reed met een aanzienlijk hogere snelheid dan de door hem niet waargenomen motor. Niet gebleken is dat de verdachte de aldaar geldende maximumsnelheid heeft overschreden, terwijl ook geen nadere vaststellingen zijn gedaan
  17. VR 2019/149 Ne bis in idem. Rijden zonder alcoholslot. Ongeldig rijbewijs.

    Jurisprudentie
    De verdachte wordt vervolgd wegens het besturen van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, dat niet was voorzien van een alcoholslot terwijl het rijbewijs van de verdachte ongeldig was verklaard omdat de verdachte onvoldoende had meegewerkt aan het alcoholslotprogramma, in het bijzonder hierin bestaande dat de verdachte was aangehouden in een auto die niet was voorzien van een alcoholslot.Anders dan het middel kennelijk tot uitgangspunt neemt, gaat een vergelijking met de uitzonderlijke situatie als bedoeld in HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434, NJ 2015/256 - waarin het ging om de
  18. VR 2019/15 Dwarslaesie door val van fitnessapparaat.

    Jurisprudentie
    Op 27 augustus 2012 maakte eiser gebruik van het toestel "sit-up" op een stuk openbaar terrein, waarop toestellen zijn geplaatst om rek- en strekoefeningen te kunnen doen. Tijdens de uitvoering van de oefening op de sit-up is eiser van het toestel gevallen. Eiser heeft daarbij een complete dwarslaesie opgelopen. Achmea is de aansprakelijkheidsverzekeraar van de Gemeente. Eiser vordert een verklaring voor recht dat de Gemeente gehouden is de door eiser als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade te vergoeden op grond van art. 6:173 BW, art. 6:174 BW en subsidiair art. 6:162 BW
  19. VR 2019/150 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid.

    Jurisprudentie
    De verdachte reed als bestuurder van een personenauto, terwijl hij onder invloed verkeerde van alcoholhoudende drank, met een snelheid van tussen de 90 en 113 km/u terwijl ter plaatse een maximumsnelheid van 50 km/u gold en negeerde vervolgens een rood verkeerslicht. Daardoor botste hij op een andere personenauto waardoor een inzittende van die personenauto zwaar gewond werd. Kennelijk wilde de verdachte ontkomen aan de politie die hem achtervolgde.Het handelen van de verdachte kenmerkt zich door het ontbreken van elke vorm van voorzichtigheid. De verdachte heeft kennelijk zonder enige remming

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!