Zoeken

9714 resultaten gevonden

  1. VR 2024/56 Eenzijdig auto-ongeval, uitsluiting motorrijtuigrisico in polis, goed werkgeverschap.

    Jurisprudentie

    X en Y zijn vennoten van pizzeria Mussie met bezorgservice. A (appellant) bezorgde in de weekenden pizza's voor Mussie met een auto van het bedrijf. Op 18 maart 2018 raakte hij ernstig gewond bij een eenzijdig auto-ongeval tijdens het bezorgen van pizza’s. De auto is verzekerd bij Goudse voor wettelijke aansprakelijkheid en Mussie heeft een AVB-verzekering bij Goudse. A heeft Mussie aansprakelijk gesteld, maar ze hebben dit niet erkend. Goudse wees de claim af vanwege uitsluiting van schade door motorvoertuigen in de AVB. De kantonrechter wees de vorderingen af vanwege het ontbreken van een

  2. VR 2024/57 Subrogatie. Zelfstandig wettelijk regresrecht. Doorwerking van billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    In januari 2017 vond er een ongeval plaats tussen scooterbestuurder A en bestuurder B van een bestelauto. A heeft de verzekeraar van B aansprakelijk gesteld voor de schade. B is afkomstig uit Duitsland en is tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij de Duitse verzekeraar Kravag. De schaderegelaar van Kravag in Nederland is Achmea Schadeverzekeringen N.V. Partijen werden het eens dat B voor 50% aansprakelijk is en er een billijkheidscorrectie van 25% ten gunste van A wordt toegepast. Nu A arbeidsongeschikt is geworden en een WIA-uitkering ontvangt, heeft het UWV Achmea

  3. VR 2024/58 Verkeersongeval auto - motorscooter. Ernstige letselschade. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 28 februari 2011 was X betrokken bij een ernstig verkeersongeval in Eindhoven. Hij werd op zijn motorscooter aangereden door een rechts afslaande auto. X was destijds 17 jaar oud en liep ernstig blijvend letsel op. Uit het politieonderzoek blijkt dat X en zijn duopassagier met hoge snelheid over het fietspad reden terwijl de auto rechts afsloeg. Er werden geen remsporen gevonden. De politie concludeert dat de autobestuurder geen voorrang verleend had en dat de motorscooter de maximumsnelheid van 30 km/u ruimschoots overschreed. Verschillende getuigen hebben hun waarnemingen bevestigd. X en

  4. VR 2024/59 Ongeval, roekeloos rijgedrag, verhaalsrecht, WAM-verzekeraar, minnelijke regeling.

    Jurisprudentie

    Bij dit geschil gaat het om een ongeluk waarbij A, de bestuurder van de bedrijfsauto van v.o.f. 1, achterop een auto reed die zonder verlichting de rijbaan opreed vanaf een tankstation. Hierbij is Allianz de WAM-verzekeraar van v.o.f. 1. Allianz werd aangesproken door de bestuurder van de aangereden auto, B, en trof buiten de rechtbank een regeling van € 11.500. Allianz eist nu van v.o.f. 1 vergoeding van deze uitkeringen en andere kosten, totaal € 34.205,34, op basis van een verhaalsbeding in de verzekeringsvoorwaarden. Ze beweert dat ze gerechtigd is deze bedragen te verhalen, omdat het

  5. VR 2024/60 Vrijwaringszaak, verkeersongeval, onrechtmatigheid.

    Jurisprudentie

    Dit betreft een vrijwaringszaak die is verbonden aan C/15/292019/ HA ZA 19-518. Automobilist X loopt met passagier Y letsel op tijdens een auto-ongeluk, waarbij ze tegen een paal in de middenberm aanbotsen. Op dezelfde rijbaan bevond automobilist B zich samen met passagier C. Automobilist X is WAM en SVI verzekerd. Automobilist X vordert een bedrag van € 435.000 van de eigen verzekeraar, NH1816. NH1816 beweert dat automobilist B onrechtmatig heeft gehandeld jegens automobilist X, waardoor de schade is ontstaan. Automobilist B is verzekerd bij ZLM. NH1816 stelt automobilist B aansprakelijk is

  6. VR 2024/61 Werkgeversverplichting behoorlijke verzekering verkeersongevallen voor werknemers.

    Jurisprudentie
    Gedaagde is een bedrijf dat nationaal en internationaal transport voor andere bedrijven regelt met geleasde bedrijfsauto's. Eiser, een student bedrijfskunde, trad op 28 maart 2017 in dienst bij gedaagde als koerier op oproepbasis. Op 11 oktober 2017 raakte eiser ernstig gewond bij een eenzijdig ongeval tijdens zijn werk, waarbij hij meerdere snelheidslimieten overtrad. Eiser liep ernstig letsel op, waaronder miltverwijdering en botbreuken. Gedaagde had een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB) zonder dekking voor motorvoertuigongevallen. Ze hadden ook een werknemersongevallenverzekering
  7. VR 2024/62 Op weg naar de-escalatie in de letselschaderegeling

    Artikel
    Het regelen van een letselschadezaak is niet zelden een tijdrovende en, zeker voor benadeelden, een frustrerende aangelegenheid. Hoewel professionals zelf gewend zijn aan discussies over causaal verband, vraagstellingen voor een deskundige en een debat over die deskundigen en hun rapporten, is het slachtoffer soms letterlijk het lijdend voorwerp. Dat wordt nog erger als tot een gerechtelijke procedure wordt besloten. De opmerking ‘we gaan procederen’ is vérstrekkend en luidt niet zelden een langdurige, conflictvolle periode in. In deze bijdrage wordt een aanzet gegeven om tot een andere, minder escalerende afdoening te komen, waarbij wel interventie door een derde plaatsvindt, maar voorkomen wordt dat het traject ontspoort. Uitgangspunt van deze bijdrage is dat de aansprakelijkheid vaststaat.
  8. VR 2024/63 Over spanning tussen goede bedoelingen en juridische techniek

    Column
    De harde kern van de verkeersvoorschriften in het RVV 1990 is al oud. Die harde kern bestaat uit de indeling van de weg in rijbanen, rijstroken, fiets- en voetpaden, de regeling van de plaats waar de verschillende categorieën verkeersdeelnemers zich op de weg geacht worden te bevinden en de regeling van het voorrangsrecht op kruisingen van wegen en bij het afslaan. Het RVV uit 1966 en het oude Wegenverkeersreglement kenden vergelijkbare regelingen. In standaard verkeerssituaties zijn de regelingen harmonieus en geven zij aan de weggebruikers duidelijke instructies hoe zij zich dienen te gedragen. Bij conflicterende verkeersstromen moet aan van rechts komende bestuurders voorrang worden verleend, geven de borden B6, B7 en haaientanden op het wegdek aan dat aan andere bestuurders voorrang moet worden verleend en moet afslaand verkeer rechtdoor gaand verkeer voor laten gaan. De basismodellen zijn duidelijk. De regeling van de voorrang geeft een rangorde voor het verkeer dat over verschillende wegen een kruising of splitsing nadert. De regeling van het afslaan geeft een rangorde voor het verkeer dat gebruik maakt van dezelfde weg.
  9. VR 2024/64 Een Tijdelijke Regeling die al meer dan 30 jaar bestaat

    Artikel
    Door deze tijdelijke regeling, de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten (TRV), hebben regresnemers een beperkter verhaalsrecht dan slachtoffers. Wanneer iemand letsel oploopt, zijn er verschillende instanties die aan of ten behoeve van het slachtoffer betalingen doen zoals zorgverzekeraars (medische kosten), sociale uitvoeringsinstanties (arbeidsongeschiktheidsuitkeringen), gemeenten (Wmo) en ook werkgevers (loondoorbetaling). Indien een ander aansprakelijk is voor het letsel, kunnen die betalingen verhaald worden op de aansprakelijke partij of zijn verzekeraar. Dit heet regres. Door de TRV zijn de mogelijkheden om die betalingen te verhalen voor regresnemers beperkter dan voor het slachtoffer zelf. Dat komt omdat regresnemers door de TRV geen beroep kunnen doen op een groot aantal risicoaansprakelijkheden waar het slachtoffer wél een beroep op kan doen. Een regresnemer zal daardoor vaker met de schade blijven zitten terwijl de aansprakelijke partij er van profiteert dat hij die door de regresnemer vergoede schade niet zelf aan het slachtoffer hoeft te vergoeden. Voorbeeld: De werkgever ontvangt in het geval van een verkeersongeval wél schadevergoeding voor het door hem (verplicht) doorbetaalde loon. Maar in het geval van een ongeval veroorzaakt door een minderjarig kind kan dat niet, omdat de risicoaansprakelijkheid van ouders voor kinderen in het Nieuw BW is ingevoerd en voor een regresnemer (zoals de werkgever) is uitgesloten onder de TRV. In dat geval blijft de werkgever dus met zijn schade zitten.
  10. VR 2024/65 Rechts inhalen. Lane assist-systeem. Overmacht.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een voertuig rechts ingehaald dat stond te wachten voor een rood verkeerslicht. Toen het verkeerslicht groen werd, was de betrokkene onder de veronderstelling dat de auto zou optrekken. Dit bleek echter niet het geval, waardoor de betrokkene naar rechts uitweek. De betrokkene stelt dat hij hiertoe werd gedwongen door het ingebouwde 'lane assist-systeem' in zijn auto. De betrokkene bekent dat hij mogelijk een inschattingsfout heeft gemaakt. Het hof is van oordeel dat de betrokkene zijn snelheid bij het naderen van het verkeerslicht had moeten minderen in plaats van uit te

  11. VR 2024/66 Art. 6 WVW 1994 en een (niet-goedgekeurde) elektrische step.

    Jurisprudentie

    Verdachte heeft met een niet-goedgekeurde elektrische step een fietser aangereden die ten gevolge zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Ondanks dat de step een niet-goedgekeurd voertuig is, doet dit niet af aan de kwalificatie van bestuurder in de zin van art. 6 WVW 1994. Daarnaast neemt dit ook niet weg dat verkeersregels, zoals die zijn neergelegd in de RVV 1990, onverkort van toepassing zijn op bestuurders van een niet-goedgekeurde elektrische step.

  12. VR 2024/67 Zwaar lichamelijk letsel. Onoplettendheid. Voorrang.

    Jurisprudentie

    Verdachte heeft bij het naderen van een kruising kort op zijn navigatiesysteem gekeken, waardoor hij een van rechts komende fietser over het hoofd heeft gezien. De fietser is ten val gekomen en heeft daarbij een crurisfractuur van het linkeronderbeen opgelopen. Volgens het hof reed verdachte niet hard en had hij daarom langer de tijd om de wegsituatie te overzien. De fietser was voor verdachte voldoende zichtbaar en reed evenmin met hoge snelheid. Uit het gegeven dat de fietser door de linkerzijde van de auto is geraakt, leidt het hof af dat de fietser de weg al bijna helemaal was overgestoken

  13. VR 2024/68 Onvoorzichtig. Dood door schuld. Doodslag.

    Jurisprudentie

    Verdachte reed met een snelheid van bijna 100 kilometer per uur richting een kruising met een voorrangsweg. De geldende maximumsnelheid bedroeg 50 kilometer per uur. Het was donker en op het wegdek lag natte sneeuw. De straat waar verdachte op reed buigt vlak voor het kruispunt, alwaar voorrang moet worden verleend, af naar rechts. Verdachte heeft de bocht niet gehaald en reed in een rechte, diagonale streep de straat over, waar hij met een snelheid van zo'n 70 kilometer per uur tegen de bestuurderszijde van de auto van het slachtoffer botste. Het slachtoffer is met haar auto in een

  14. VR 2024/69 Verkeersongeval, deskundigenbericht, ontbreken causaal verband, omkeringsregel.

    Jurisprudentie

    Op 23 augustus 2012 was A betrokken bij een scooterongeval, waarbij hij in aanrijding kwam met een auto die naar rechts afsloeg. De bestuurster van de auto, verzekerd bij Allianz, erkende de aansprakelijkheid. Op 18 september 2012 was A bij een tweede ongeval betrokken, veroorzaakt door een automobilist (verzekerd bij ASR) die geen voorrang verleende. ASR erkende ook aansprakelijkheid. Allianz fungeert als regelend verzekeraar voor beide ongevallen. Ten tijde van de ongevallen werkte A in het bedrijf van zijn broer. In augustus 2016 ontving hij een duurzame IVA-uitkering van UWV en een

  15. VR 2024/70 Aanrijding wielrenners vanwege hond. Gebrek causaal verband. Eigen schuld.

    Jurisprudentie

    Op 30 januari 2022 fietsten eiser 1 en eiser 2 - advocaten en kantoorgenoten - achter elkaar op hun racefietsen over de Amsteldijk te Amsterdam. Op datzelfde moment liepen gedaagde samen met zijn verloofde en hun hond in tegenovergestelde richting aan de andere kant van de weg. Toen eisers hen wilden passeren, schrok eiser 2 van de hond en is hij uitgeweken. Hij remde abrupt en kwam tot stilstand in de grasstrook tussen de weg en de Amstel. Eiser 1 kon niet op tijd remmen en botste tegen eiser 2. Daarna belandde eiser 1 met zijn racefiets in de Amstel. Direct na het ongeval hebben partijen met

  16. VR 2024/71 Onrechtmatige daad, vliegtuigongeluk, letselschade, schadeposten.

    Jurisprudentie

    Op 28 mei 2012 is vliegtuig Cessna 172, eigendom van B, neergestort op de Maasvlakte. In het vliegtuig zaten de piloot en drie passagiers, waaronder A en zijn broer als passagiers. A heeft hierbij ernstig letsel opgelopen, waaronder een zware hersenschudding, traumatische heupontwrichting en een gecompliceerde dijbeenfractuur. Na operaties en revalidatie is er littekenvorming opgetreden. A was tijdens het ongeluk 10 jaar oud. A heeft B en diens verzekeraar, Euro-aviation, aansprakelijk gesteld in april 2013. In 2019 heeft een orthopedisch onderzoek plaatsgevonden, waarbij goed functioneel

  17. VR 2024/72 Verkeersongeval auto en motor, eigen schuld, billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    In dit deelgeschil staat de vraag centraal of sprake is van een verkeersovertreding, het toerekenbaar onrechtmatig handelen en zo ja, in hoeverre sprake is van eigen schuld van de motorrijder. De onderstaande feiten zijn in hoger beroep niet in geschil. Op 22 juni 2019 vond op de Leidsestraat in Hillegom een aanrijding plaats tussen een auto, een Toyota Corolla, bestuurd door X, en een motor, een Yamaha YP250, bestuurd door Y. Hierbij kwam Y ten val en liep ernstig letsel op. De Leidsestraat was een tweerichtingsweg met een dubbele doorgetrokken streep in het midden. Langs de rijbaan bevonden

  18. VR 2024/73 Risicoaansprakelijkheid voor dieren. Ongeval bij paardrijden. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 18 juli 2021 vond een ongeval plaats tijdens het paardrijden tussen de zussen verzoekster en verweerster. Zij reden in galop achter elkaar toen het voorste paard met zijn linkerachterhoef naar achteren schopte en de rechterknie van verzoekster raakte. Hierdoor verloor verzoekster haar balans en viel zij van haar paard. Als gevolg hiervan liep verzoekster ernstig letsel op, namelijk onder andere een verbrijzelde rechterknie en een gebroken rechter onderbeen. Op 10 augustus 2021 stelde de gemachtigde van verzoekster verweerster aansprakelijk voor de geleden en de toekomstige schade als gevolg

  19. VR 2024/74 Beretrots op het personenschaderecht anno 2024?

    Artikel
    De LSA is 35 jaar oud. Reden om trots te zijn als een pauw, of apetrots, maar beretrots mag natuurlijk ook. De LSA staat als een huis in het personenschaderecht dat zij gedurende haar bestaan tot ontwikkeling heeft zien komen. Daarbij heeft zij niet alleen aan de zijlijn staan toe te kijken, zij heeft met haar leden ook een bijdrage geleverd door de agendering van thema’s (in het kader van de Symposions maar zeker ook in individuele procedures) en door te streven naar verbetering van de afwikkeling van personenschade in overleg en samenwerking met overheid en andere hoofdrolspelers. Lange tijd had de LSA daarbij de wind mee: de rechtsontwikkeling op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht vond eerst en vooral plaats in de rechtspraak van de Hoge Raad op het vlak van de personenschade en dat trok ook de aandacht van de wetenschap. In de literatuur stond de personenschade dan ook regelmatig in de schijnwerpers en dat leverde inspiratie voor nieuwe onderwerpen en vragen op. De LSA ging zo mee op de golven van rechtsvorming door de Hoge Raad op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht. De personenschade stond daarbij in de frontlinie: juist op dat vlak kon regelmatig een nieuw staaltje van rechterlijke rechtsvorming worden bijgeschreven.
  20. VR 2024/75 35 jaar aansprakelijkheid voor dieren

    Artikel
    Gelet op het (dieren)thema ‘Beretrots op 35 jaar LSA’ en Burgers’ Zoo als locatie van deze editie van het jaarlijkse LSA Symposion was de keuze voor mijn bijdrage snel gemaakt: de in art. 6:179 BW geregelde aansprakelijkheid voor dieren. De Hoge Raad heeft deze aansprakelijkheid in feite al in 1980 als geldend recht aanvaard, zij het dat als aansprakelijke persoon toen nog had te gelden de eigenaar of ‘degene die zich van het dier bedient’. Zij konden niet aan aansprakelijkheid ontkomen door te bewijzen dat er geen sprake was van een tekortschieten in de zorg en waakzaamheid die met betrekking tot het dier gevergd konden worden. Thans wijst art. 6:179 BW de bezitter van het dier – degene die het dier voor zichzelf houdt (art. 3:107 BW) – als aansprakelijke persoon aan. De wetgever heeft deze risicoaansprakelijkheid – ook wel: kwalitatieve aansprakelijkheid – in het leven geroepen, omdat dieren als bronnen van verhoogd gevaar worden gezien.

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!