Zoeken

9714 resultaten gevonden

  1. VR 2024/76 Het Bogortuin-zwemongeval geplaatst in het licht van de Omgevingswet

    Artikel
    Toen op 15 juni 2020 een zwemmer in de Amsterdamse Bogortuin het water in dook, besefte hij niet dat het water op die plaats maar 50 cm diep was. Hij liep ernstig letsel op, waaronder een dwarslaesie. Welke regelgeving was van toepassing op deze casus en wat is er sinds de invoering van de Omgevingswet (Ow) veranderd? In Nederland mag je overal zwemmen in het oppervlaktewater, tenzij dat verboden is. Zo is het onder meer bij wet verboden om te zwemmen bij bruggen, viaducten, in vaarroutes, en in of nabij havens. Provincies kunnen ook een zwemverbod instellen. Er staan dan borden met een zwemverbod op de locatie en het wordt aangegeven op de landelijke zwemwatersite (www.zwemwater.nl).
  2. VR 2024/77 Niet tijdig beslissen officier van justitie op 433 administratieve beroepen tegen verkeersboetes op grond van de Wahv.

    Jurisprudentie

    De kantonrechter doet uitspraak in 433 zaken over het niet tijdig beslissen door de officier van justitie op administratieve beroepen tegen verkeersboetes op grond van de Wahv. De kantonrechter benoemt dat, hoewel de kantonrechter als bijzondere bestuursrechter bevoegd is kennis te nemen van deze zaken, de wetgever de rechter geen uitspraakmogelijkheden heeft gegeven voor niet tijdig beslissen in Wahv-zaken. Bovendien kan bij Wahv-zaken de Awb niet analoog worden toegepast in een procedure over niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeert dat als iemand in beroep gaat tegen het niet tijdig

  3. VR 2024/78 Ongeval, waterpolowedstrijd, ernstig letsel, aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie

    De rechtbank heeft in het bestreden vonnis feiten vastgesteld betreffende een waterpolowedstrijd tussen de zwemverenigingen ZDHC en AZL op 8 maart 2014. A en B namen deel aan de wedstrijd. Tijdens het spel heeft A B in het gezicht geraakt, wat leidde tot letsel en uiteindelijk een kaakfractuur bij B. A werd door de Tuchtcommissie gesanctioneerd wegens zeer onbesuisd spel en ernstig letsel, waardoor hij acht wedstrijden werd uitgesloten van deelname aan bindende waterpolowedstrijden. De vastgestelde feiten zijn niet in geschil in hoger beroep en vormen de basis voor verdere beoordeling door het

  4. VR 2024/79 Duikongeval. Integrale herbeoordeling. Schending zorgplicht. Aansprakelijkheid gemeente.

    Jurisprudentie
    Op 15 juni 2020 liep eiser ernstig letsel op nadat hij vanaf de kade van de Bogortuin in Amsterdam het water in was gesprongen. Ondanks het letsel oordeelde de rechtbank in het deelgeschil dat de gemeente niet aansprakelijk gehouden kon worden. De gemeente was gezien de situatie ter plaatse niet verplicht veiligheidsmaatregelen te nemen. Eiser heeft via een Woo-verzoek toegang gekregen tot documenten waaruit blijkt dat de gemeente Amsterdam een inventarisatie van wildzwemplekken heeft gemaakt, waaronder de Bogortuin. Deze plekken zijn niet officieel aangewezen als zwemlocaties. Na het ongeval
  5. VR 2024/80 Aanrijding trein en vrachtwagen, onrechtmatige daad, gevaarzetting, verhaalsvordering.

    Jurisprudentie
    Op 18 november 2016 vond er nabij Winsum een aanrijding plaats tussen reizigerstrein van Arriva en een vrachtwagencombinatie op de onbeveiligde overweg genaamd "Voslaan". De vrachtwagencombinatie werd bestuurd door een werknemer van Melkweg Fritom B.V. De trein, bestaande uit één treinstel, reed met een snelheid van 77 km/u en ontspoorde volledig als gevolg van de aanrijding. Van de ongeveer 50 reizigers raakten 18 personen gewond, waarvan 11 naar het ziekenhuis werden gebracht en 4 ernstig gewond waren. De bestuurder van de vrachtwagen raakte lichtgewond en zowel de trein als de
  6. VR 2024/81 Geschil tussen pony-eigenaar en WA-verzekeraar. Dekking voor ongeval berijdster?

    Jurisprudentie

    Een berijdster heeft naar aanleiding van een ongeval de pony-eigenaar aansprakelijk gesteld voor de schade. De eigenaar heeft een aansprakelijkheidsverzekering bij Zevenwouden afgesloten. In de bodemprocedure heeft de pony-eigenaar gevorderd dat Zevenwouden dekking voor de schade dient te verlenen. De rechtbank heeft grotendeels in het voordeel van de pony-eigenaar beslist, maar met een voorwaarde over de erkenning van aansprakelijkheid. Zevenwouden is in hoger beroep gegaan om deze toewijzing van de vorderingen ongedaan te maken. Zevenwouden stelt dat het recht op dekking is vervallen vanwege

  7. VR 2024/82 Schadestaatprocedure. Schade na val van paard. Verzuim betaling voorschot deskundigenonderzoek.

    Jurisprudentie

    Op 7 april 2018 raakte A gewond tijdens een bosrit te paard die georganiseerd was door X die een stalhouderij exploiteert. Tijdens de rit sloegen de paarden op hol, waardoor A van haar paard viel en letsel opliep. In een eerdere rechtszaak was X reeds voor 70% aansprakelijk gesteld voor de schade van A. Onderhavige procedure richt zich op het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding. Op 29 maart 2023 oordeelde de rechtbank dat een deskundigenonderzoek nodig was om de claims van A te beoordelen. A stelde dat ze door het ongeval last had van verminderde energie, motorische onhandigheid

  8. VR 2024/83 Ongeval tijdens wielrennen. Sport- en spelsituatie? Geen aansprakelijkheid maar ongelukkige samenloop van omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Dit deelgeschil betreft een fietsongeval waarbij vijf personen betrokken waren. De betrokkenen vormden een fietsclub en zij fietsten wekelijks gemiddeld 50-70 kilometer op racefietsen. In 2020 namen verzoeker samen met verweerder, A, B en C deel aan een fietstocht in de omgeving van Bergeijk. Na ongeveer 15 kilometer ontstond een botsing tussen verweerder en verzoeker. Verzoeker liep letsel op, waaronder een gebroken bekken. Het ongeval vond plaats op de Molenstraat in Riethoven bij de afslag naar de Vlasstraat, een T-splitsing waar het fietspad aan de rechterkant overging naar een
  9. VR 2024/84 Dwarslaesie door duik in ondiep water. Schending zorgplicht. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 12 juni 2020 nam X een duik in ondiep water waardoor hij een hoge dwarslaesie opliep. X was zestien jaar oud toen dit plaatsvond. Het Landschap is de eigenaar/beheerder van het natuurgebied waar het meer gelegen is. X stelt dat het Landschap en haar verzekeraar NN aansprakelijk zijn. Zij hebben niet aan hun zorgplicht voldaan door bezoekers niet te waarschuwen voor het ondiepe water en hebben hiermee onrechtmatig gehandeld. Het Landschap en NN verwerpen de verzoeken van X. Ze stellen dat het natuurgebied in kwestie geen zwemrecreatiegebied is en dus niet onder de Wet hygiëne en veiligheid

  10. VR 2024/85 Deelgeschil. Causaal verband tussen letselschade en ongeval. Realiteitsgehalte klachten.

    Jurisprudentie

    Op 7 oktober 2019 werd X in zijn stilstaande auto schuin van achteren aangereden door een auto die ongeveer 40 km/u reed. Deze auto was WAM-verzekerd bij Ethias. Dekra behandelde de letselschadezaak namens Ethias en erkende aansprakelijkheid voor het ongeval. X was destijds 60 jaar en zelfstandig huisschilder. Direct na het ongeval ervaarde X weinig klachten, maar op de tweede dag had X last van nek-, schouder-, rug-, hoofdpijn en slaapproblemen. Na gezamenlijk overleg hebben experts A en B neurologische en orthopedische onderzoeken uitgevoerd. A stelt aanhoudende brandende nekpijn en

  11. VR 2024/86 Fietser ten val door kabelgoot. Onrechtmatige daad? Eigen verantwoordelijkheid.

    Jurisprudentie

    In 2022 benaderen verweerders ’t Hekeltje voor hun bruiloft op 25 juni 2022. Voor het evenement hebben zij feestbenodigdheden gehuurd, inclusief een toiletwagen. Op de dag van het evenement legden zij een afvoerslang over een openbare weg om de toiletwagen op het riool aan te sluiten. In de nacht van 25 op 26 juni viel een 15-jarig meisje met haar elektrische fiets op de openbare weg waar de afvoerslang lag. Zij liep hierdoor letsel op. Verzoekers, de ouders van het meisje, stellen dat ’t Hekeltje en verweerders aansprakelijk zijn voor de geleden en nog te lijden schade. In de brief aan de

  12. VR 2024/87 Aansprakelijkheid hondenbezitter. Schade minderjarige. Dubbele redelijkheidstoets.

    Jurisprudentie

    Op 15 juni 2022 heeft verzoeker letsel opgelopen in het Kortenbospark in Den Haag toen zij achtervolgd werd door een pitbull. Verweerder was op dat moment de eigenaar van de hond. De politie heeft een onderzoek uitgevoerd en heeft hiervan een mutatierapport opgemaakt. Volgens het rapport is verzoeker ten val gekomen nadat de pitbull haar achterna rende. De politie heeft verweerder telefonisch geïnformeerd over het ongeval en zij had toen aangegeven de schade te willen vergoeden. Echter, verweerder heeft niet gereageerd op de brieven van gemachtigde van verzoeker over de aansprakelijkstelling

  13. VR 2024/88 Herstelgericht denken en (onder)handelen

    Artikel
    De laatste jaren is er toenemende aandacht gekomen voor herstelgerichte aanpak van letselschadezaken. De tijden dat de branche zich alleen focuste op financiële compensatie van het slachtoffer zijn gelukkig voorbij. Immers, steeds vaker wordt een herstelgerichte dienstverlener betrokken wanneer het schaderegelingsproces eenmaal op gang is. Dat is weliswaar een goede ontwikkeling, maar het is volgens ons nog niet genoeg. Het is mooi als coaches, arbeidsdeskundigen en letselschade psychologen worden ingehuurd om het herstel van het slachtoffer te bevorderen, maar de rest van de betrokkenen (belangenbehartigers en verzekeraars) gaan vaak nog gewoon op de oude voet verder. Oude denkpatronen en een aanpak die het toernooimodel bevordert, blijven in stand. Hierdoor zie je dat zaken helaas toch nog te vaak vastlopen. Sommigen concluderen hieruit dat een herstelgerichte aanpak niet werkt en alleen maar extra kosten met zich meebrengt. Dat is jammer. In dit artikel proberen wij aan te tonen dat een grotere focus op herstel door iedereen die bij het schaderegelingsproces wordt betrokken, dus zowel belangenbehartigers als verzekeraars, juist enorm helpt om dit proces te bevorderen en daarmee het traject te verkorten. Dat is niet alleen voor slachtoffers beter, maar ook voor verzekeraars.
  14. VR 2024/89 Leidt de fout van een groepsgenoot tot eigen schuld van de benadeelde?

    Artikel
    Een groep hardlopers traint in groepsverband in de buitenlucht. Zij zetten een circuitje aan oefeningen uit over de gehele breedte van een geasfalteerde rijweg. Naast de rijweg bevindt zich een grasberm. Een fietser rijdt over de rijweg, ziet dat de hardlopers de rijweg (grotendeels) blokkeren en besluit om hen rechts via de berm te passeren. Als de fietser over de berm rijdt, komt hij in aanrijding met één van de hardlopers, die aan de rechterzijde van de rijweg hardloopoefeningen aan het doen was en zich op dat moment omkeerde om via de berm terug te lopen naar het begin van het circuit. De hardloper loopt als gevolg van de aanrijding schade op. Hij spreekt de fietser aan tot schadevergoeding. De fietser beroept zich op eigen schuld en voert daartoe aan dat hij genoodzaakt was om over de berm te rijden, omdat de hardlopers de rijweg blokkeerden. De vraag die daarmee rijst, is of het gedrag van andere personen uit de hardloopgroep aan de benadeelde kan worden toegerekend. De rechtbank Midden-Nederland achtte dit in een uitspraak in deelgeschil mogelijk, maar motiveerde die beslissing niet uitvoerig. In dit artikel bespreken wij in meer algemene zin wanneer, en waarom, gedrag van andere groepsgenoten eigen schuld van de benadeelde groepsgenoot kan opleveren.
  15. VR 2024/91 Snelheidsoverschrijding. Over het hoofd zien van bebording. Amphicar.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie van € 249,- opgelegd gekregen omdat ze 19 km/uur te snel had gereden binnen de bebouwde kom waar 30 km/uur was toegestaan. De gemachtigde van de betrokkene heeft betwist dat de betrokkene het verkeersbord "30" is gepasseerd. Ze heeft aangevoerd dat de betrokkene met haar Amphicar (een voertuig dat zowel kan rijden als varen) op een bepaald punt het water in is gegaan en later weer op de weg is teruggekomen, waarbij ze het verkeersbord niet meer zou zijn tegengekomen. Daardoor zou de overtreding haar niet kunnen worden verweten. Volgens artikel 3, tweede lid, van

  16. VR 2024/92 Als bestuurder van een wielrenfiets zich zodanig gedragen dat gevaar en hinder op de weg is veroorzaakt.

    Jurisprudentie

    De verdachte fietste samen met drie andere wielrenners achter elkaar. De groep van de verdachte naderde twee andere groepen wielrenners die in dezelfde rijrichting reden. Op het moment dat de groep van de verdachte een inhaalmanoeuvre inzette, kwam een tegemoetkomende wielrenner aanrijden. De eerste twee groepsgenoten wisten op tijd terug in te voegen op de eigen weghelft, maar de verdachte kwam, als derde rijder in zijn groep, frontaal in botsing met de tegemoetkomende wielrenner. Als gevolg hiervan kwamen ook andere wielrenners ten val. Meerdere wielrenners liepen daarbij lichamelijk letsel

  17. VR 2024/93 Ongeval door ingrijpen inzittende. Begrip ‘bestuurder’. Prejudiciële vragen.

    Jurisprudentie

    Op 5 november 2016 vond een eenzijdig ongeval plaats met een personenbusje van Voetbalvereniging Waskemeer. De vereniging had bij Reaal (later Nationale Nederlanden) een WAM-verzekering voor de auto en een SVI-verzekering voor de inzittenden afgesloten. Tijdens de rit trok de trainer plotseling de handrem aan, wat leidde tot een ernstige botsing. Nationale Nederlanden weigerde dekking onder de WAM, omdat de bestuurder niet gedekt is volgens artikel 4 lid 1 WAM. Tevens werd dekking onder de SVI afgewezen, omdat X onder invloed van alcohol was en geen gordel droeg. De rechtbank oordeelde dat X

  18. VR 2024/94 Ongeval voetganger - taxibus. Geen afwijkende verdeling primaire schadevergoedingsverplichting.

    Jurisprudentie

    Op 14 juli 2021 stak appellant een provinciale weg over via een oversteekplaats voor fietsers. Op de eerste rijbaan kreeg appellant net op tijd voorrang van een automobilist. Bij het oversteken van de tweede rijbaan werd appellant aangereden door een taxibus van PMW. Dit resulteerde in ernstig letsel bij appellant. PMW en hun verzekeringsmaatschappij Amlin hebben erkend dat ze voor 50% aansprakelijk zijn volgens artikel 185 WVW. Appellant is echter van mening dat PMW en Amlin voor 100%, of op zijn minst meer dan 50%, aansprakelijk zijn voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft

  19. VR 2024/95 Fietser ten val tussen berm en wegdek. Aansprakelijkheid wegbeheerder?

    Jurisprudentie

    Tijdens het fietsen met zijn buurman is X hard ten val gekomen. X is onmiddellijk naar de spoedeisende hulp gebracht en daar is onder meer gezichts- en gebitsletsel geconstateerd. Het ongeluk vond plaats op een weg die beheerd wordt door de gemeente. X heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de vordering werd afgewezen door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente. Later heeft een getuige verklaard dat X met zijn voorwiel in de berm terechtkwam, van de fiets werd geslingerd en met zijn hoofd/gezicht hard op de grond viel. Volgens artikel 6:174 BW is de gemeente

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!