Zoeken

9714 resultaten gevonden

  1. VR 2024/03 Procesafspraken. Keskin. Prejudiciële vragen.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor het niet stoppen voor een rood uitstralend verkeerslicht. De betrokkene stelt echter dat hij door een geel uitstralend verkeerslicht is gereden en dat zijn getuige - die achterop de scooter zat - dit kan bevestigen. Deze getuige zou bij de zittingen van de kantonrechter ten onrechte niet zijn gehoord. De betrokkene is bij kantonrechter echter meermaals de gelegenheid geboden om zijn getuige mee te nemen. Ook tijdens de procedure bij het hof heeft de betrokkene meerdere kansen gehad om de getuige mee te nemen, maar heeft

  2. VR 2024/04 Verkeersongeval met dood door schuld. Tractorbestuurder. Vorenpakker op onjuiste wijze bevestigd. Aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft als bestuurder van een tractor, met aan de voorzijde een vorenpakker en aan de achterzijde een ploeg, een ongeval veroorzaakt. De verdachte heeft zijn vaart geminderd en naar rechts gestuurd om een groep tegemoetkomende wielrenners ruimte te geven. Doordat de verdachte bij het naar rechts sturen over het beschadigde bermbeton is gereden, is de vorenpakker losgekomen van de tractor en de weg over gerold. Het slachtoffer heeft deze 1.327 kilo wegende vorenpakker niet kunnen ontwijken en heeft als gevolg van de botsing zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waarna hij in het

  3. VR 2024/05 Dood door schuld. Mate van schuld. Voetgangersoversteekplaats.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft een voetganger die doende was met oversteken op een voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) aangereden. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, tweede lid, van het RVV moeten bestuurders voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staat zulks te doen, voor laten gaan. De verdachte heeft de heer (het slachtoffer) niet voor laten gaan, omdat hij hem niet heeft gezien. Er is echter niet gebleken van omstandigheden die het zicht van de verdachte belemmerden. Het betrof voorts

  4. VR 2024/06 Val over biggenrug op parkeerterrein. Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal.

    Jurisprudentie

    In maart 2015 heeft de benadeelde zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van een ABN AMRO-filiaal. Het parkeerterrein heeft twee rijen van vijf parkeervakken met betonnen drempels (biggenruggen) aan de koppen van de vakken om te voorkomen dat auto's te ver doorrijden. Tijdens het verlaten van het parkeerterrein is de benadeelde gestruikeld over een biggenrug en heeft daarbij een incomplete dwarslaesie opgelopen. De benadeelde verzocht de rechtbank een verklaring voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de

  5. VR 2024/07 Verzekeringsrecht, verhaalsrecht, WAM, goede trouw.

    Jurisprudentie

    Univé heeft X (verweerder) aangesproken om een schadevergoeding van € 25.000,- te betalen nadat hij onder invloed van alcohol een auto-ongeval heeft veroorzaakt in 2014, waarbij een inzittende gewond raakte. De auto was eigendom van de ouders van X en verzekerd onder de WAM. De verzekering dekte echter geen schade als de bestuurder onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs was. Univé had al € 105.000,- aan de inzittende betaald en wilde dit bedrag op X verhalen. De kantonrechter wees de vordering af, en het hof bekrachtigde dit besluit. Het hof heeft geoordeeld dat X aansprakelijk was als

  6. VR 2024/08 Motorrijder komt tijdens noodweer ten val. Provincie als wegbeheerder niet aansprakelijk: geen gebrekkige weg.

    Jurisprudentie

    Op 9 maart 2019 kwam motorrijder X tijdens noodweer ten val. Zijn motor is doorgegleden en raakte een auto, die daardoor de sloot in reed. X stelt dat de weg gebrekkig was en vordert een verklaring voor recht dat de provincie, als wegbeheerder, op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor zijn schade. De kantonrechter wijst de vordering af en overweegt hiertoe als volgt. Uit een ongevalsanalyse volgt dat het wegdek niet meer optimaal was, maar mogelijk nog wel boven de wettelijke norm. Voor de vraag of sprake is van een gebrekkige weg in de zin van art. 6:174 BW is niet bepalend of het

  7. VR 2024/09 Verkeersongeval. Aanrijding op snelweg. Aansprakelijkheid WAM-verzekeraar.

    Jurisprudentie
    Op 14 juli 2018 vond er een verkeersongeval met twee auto’s plaats op de A20 in Maasland. Beide auto's reden op de linker rijstrook richting Naaldwijk. Op deze weg gold een maximumsnelheid van 130 km/u. Het ongeval betrof een aanrijding waarbij de Renault Megane de Kia Picanto van achteren raakte. De politie heeft naar aanleiding van het verkeersongeval verschillende processenverbaal opgesteld. De Kia Picanto, bestuurd door X, was WAM-verzekerd bij TVM Verzekeringen. De Renault Megane, bestuurd door Y, was verzekerd bij Euro Insurances DAC in Ierland. In Nederland wordt deze vertegenwoordigd
  8. VR 2024/098 Wat is kansschade?

    Artikel
    De Hoge Raad maakt onderscheid tussen de leerstukken kansschade en proportionele aansprakelijkheid. Over dit onderscheid is zeer veel geschreven. Grofweg zijn er twee benaderingen: sommige auteurs stellen dat beide leerstukken twee kanten van dezelfde medaille zijn, terwijl anderen betogen dat het om twee afzonderlijke leerstukken gaat. Onderstaand bespreek ik ter duiding van het al dan niet bestaande verschil tussen proportionele aansprakelijkheid en kansschade achtereenvolgens vier opvattingen van vijf auteurs die herhaaldelijk over dit onderwerp hebben geschreven en een duidelijk gearticuleerde visie hebben: Tjong Tjin Tai, Nuninga, Kortmann en Van & Wijne. De literatuur is zo overvloedig dat niet iedere auteur die over dit onderwerp heeft geschreven kan worden behandeld. Het accent ligt op de vraag wat kansschade precies is, want dat is mijns inziens de kern van de zaak. Pas als duidelijk is wat kansschade is, valt de verhouding tot de proportionele aansprakelijkheid te bepalen. Centraal staat dus de visie van auteurs die kansschade als iets zelfstandigs zien.
  9. VR 2024/099 Aanvraag rijbewijs, 185-dageneis, Rijbewijzenrichtlijn, richtlijnconforme uitleg.

    Jurisprudentie

    Appellant heeft een nieuw rijbewijs aangevraagd omdat zijn huidige rijbewijs op korte termijn zou verlopen. Omdat appellant niet kon aantonen dat hij minimaal 185 dagen per kalenderjaar voorafgaand aan de afvraag in Nederland verbleef, heeft de RDW de aanvraag afgewezen. Vanwege de coronapandemie mocht de appellant zijn rijbewijs echter 10 maanden langer gebruiken. Tijdens deze periode is appellant ingeschreven in Waddinxveen, waarna hij nogmaals een aanvraag indiende. De RDW heeft daarop zijn rijbewijs verlengd. In eerste aanleg oordeelde de rechtbank dat appellant geen belang had bij de

  10. VR 2024/10 Letselschade, geen toerekenbare verkeersfout.

    Jurisprudentie

    Op 20 juni 2018 vond een ongeval plaats waarbij X achterop de auto van Y reed. Dit vond plaats op de snelweg A6 richting Amsterdam. X is WAM-verzekerd bij Unigarant. Y heeft eerder geprobeerd in een deelgeschilprocedure een oordeel te verkrijgen over de aansprakelijkheid, maar dit werd afgewezen omdat de toedracht van het incident nog niet vaststond. Y eist dat Unigarant aansprakelijk wordt verklaard voor de door hem geleden schade en dat Unigarant deze schade moet vergoeden. Hij beweert dat X te weinig afstand hield en te hard reed, wat volgens hem een overtreding is van verkeersregels en

  11. VR 2024/100 Het niet voor laten gaan van een voorrangsvoertuig. Niet tijdig horen en zien van voorrangsvoertuig komt voor rekening van bestuurder.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het niet voor laten gaan van een ambulance. Anders dan de gemachtigde van de betrokkene is het hof van oordeel dat het ontbreken van een specifieke wettelijke bepaling die de exacte tijdsduur aangeeft waarbinnen men een voorrangsvoertuig voorrang moet verlenen, niet automatisch met zich meebrengt dat de bestuurder de daartoe nodige ruimte heeft en de ambtenaar moet aangeven of er mogelijkheden waren om opzij te gaan en hoe lang het heeft geduurd voordat de bestuurder dat daadwerkelijk deed. Het niet tijdig horen en zien van een

  12. VR 2024/101 Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen. Zeer uitzonderlijk geval. Schending hoorplicht.

    Jurisprudentie

    De betrokkene heeft bij een file rechts over de vluchtstrook ingehaald en tegelijkertijd een telefoon vastgehouden. Voor het vasthouden van een elektronisch apparaat tijdens het rijden heeft de betrokkene een administratieve sanctie opgelegd gekregen, terwijl het onnodig gebruik maken van de vluchtstrook via strafrechtelijke weg wordt afgedaan. Deze afdoening via twee trajecten kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, aldus artikel 2 van de Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen (hierna: de Aanwijzing). Volgens de gemachtigde van de betrokkene is daar geen

  13. VR 2024/102 Dubbel parkeren.

    Jurisprudentie

    Betrokkene betwist zijn auto in Amsterdam 'dubbel geparkeerd' te hebben. De betrokkene stelt dat hij zijn auto langs een trottoirband heeft geparkeerd in plaats van parallel aan een ander voertuig. Volgens het hof is van dubbel parkeren sprake als een voertuig parallel aan een parkeervak wordt geparkeerd, zodat de toegang tot of het vertrek uit dat parkeervak wordt geblokkeerd. Op basis van het bewijsmateriaal kan niet worden vastgesteld dat de betrokkene andere auto's heeft geblokkeerd.

  14. VR 2024/103 Parkeren met ander doel dan aangegeven.

    Jurisprudentie

    'Parkeren op parkeergelegenheid met ander doel dan aangegeven wijze' als bedoeld in art. 24 aanhef lid 1 onder d sub 2 RVV 1990 kan worden geconcretiseerd door art. 67 lid 1 onder a RVV 1990, inhoudend dat verkeersborden een nadere uitleg kunnen krijgen door zogeheten 'onderborden'. In dit geval was het parkeerbord voorzien van een onderbord met de tekst 'uitsluitend tbv raadplegen plattegrond'. Betrokkene heeft meer dan tien minuten stil gestaan op de parkeerplaats zonder de plattegrond te raadplegen. Het hof meent dat deze combinatie van borden duidelijk en ondubbelzinnig aangeeft dat de

  15. VR 2024/104 Ongeval tijdens studiereis. Zorgplicht school? Geen aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie

    Eiseres, een studente Tourism Management aan Saxion, heeft Saxion aansprakelijk gesteld voor letsel dat ze heeft opgelopen tijdens een studiereis. Zij is tijdens een wandeling van een brug gevallen. Allianz, de verzekeraar van Saxion, zou eerder de schadevergoeding toegezegd hebben, maar wees deze later af. Eiseres heeft hier niet mee ingestemd en aangeboden medische informatie te verstrekken bij erkenning van aansprakelijkheid. Allianz stelt echter dat Saxion geen verwijt treft en niet aansprakelijk is. Naar aanleiding hiervan heeft eiseres onderhavige procedure opgestart. Zij verzoekt de

  16. VR 2024/105 Brandwonden op leerling tijdens kerstviering. School volledig aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    X1 zat op 21 december 2018 in de eerste klas van de havo op Het Baken Park Lyceum. Tijdens de kerstviering van zijn school vatte zijn kleding vlam. Hij liep ernstige brandwonden op en moest naar het Brandwondencentrum worden vervoerd. Tot op heden ondergaat hij daar nog steeds behandelingen. Er is op dit moment geen medische eindsituatie bereikt. De ouders van X1, gezamenlijk X2, hebben Het Baken aansprakelijk gesteld voor het ongeval. In de brief van 3 april 2019 heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar van het Baken 50% aansprakelijkheid erkend. X2 zijn het hier niet mee eens en hebben
  17. VR 2024/106 Verkeersongeval met letselschade. Dwarslaesie. Nederlands recht.

    Jurisprudentie

    In 2014 is eiser in zijn woonplaats op zijn motor aangereden door een auto. Hierbij liep hij ernstig rugletsel op en raakte hij verlamd vanaf de tepellijn. De gevolgen van het ongeval zijn blijvend en hebben grote impact op financieel, sociaal en emotioneel gebied voor eiser. Door het ongeval heeft hij omvangrijke schade geleden. De auto was verzekerd bij KBC, waarbij sprake is van een ongelimiteerde verzekerde som. Achmea heeft namens KBC aansprakelijkheid erkend. KBC heeft in de loop der jaren diverse voorschotbetalingen verricht, waarvan tot aan de mondelinge behandeling een totaalbedrag

  18. VR 2024/107 Deelgeschil uurtarief belangenbehartiger in letselschadezaak.

    Jurisprudentie

    Op 30 maart 2022 heeft X een verkeersongeval gehad waarbij hij letsel opgelopen heeft. Verzekeraar ASR heeft aansprakelijkheid erkend. X heeft A ingeschakeld voor de afhandeling van zijn schade. Er is een overeenkomst gesloten waarin een uurtarief van € 185,- voor inhoudelijke werkzaamheden en € 80,- voor administratieve werkzaamheden is vastgelegd. A heeft een regelingsvoorstel van € 10.000,- plus € 2.279,50 aan buitengerechtelijke kosten gedaan. ASR vindt het uurtarief te hoog en stelt lagere tarieven voor. Daarnaast betwist ASR het aantal geschreven uren. X is het niet eens met deze

  19. VR 2024/108 Arbeidsongeschiktheid. Restverdiencapaciteit. Feitelijke situatie leidend.

    Jurisprudentie

    Op 25 januari 2018 werd de verzoekende partij op haar fiets aangereden door een scooter. De vrouw was destijds 57 jaar oud, maar zij heeft een verstandelijk niveau van een 5-jarig kind. De scooter betreft een verzekerde van Unigarant. Verzoekster liep ernstig letsel op aan haar rechterknie en rechteronderbeen. Ze is tweemaal geopereerd en heeft sindsdien lichamelijke beperkingen. Op het moment van het ongeval werkte zij 36 uur per week bij een bedrijf waar zij productiewerkzaamheden verrichtte. Sinds het ongeval is ze arbeidsongeschikt. Unigarant heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van

  20. VR 2024/109 Verkeersongeval tussen motorrijder en fietser. Reflexwerking artikel 185 WVW. Schulddeling.

    Jurisprudentie

    Op 3 oktober 2018 vond er een verkeersongeval plaats op een kruising in Amsterdam tussen een motorrijder (verzoeker) en fietser (verweerster). Beiden liepen als gevolg van het verkeersongeval letsel op. De politie is ter plaatse geweest en heeft een proces-verbaal opgemaakt. Beiden zijn daarna op het politiebureau verhoord. Verzoeker verklaarde dat het verkeerslicht oranje knipperde en dat hij verweerster niet kon ontwijken. Verweerster had ter plaatse in het Engels verklaard dat ze op het fietspad reed en onzeker was of ze groen licht had. Op het politiebureau had zij haar verklaring

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!