Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2023/146 Geen dekking voor schade veroorzaakt onder invloed van alcohol.

    Jurisprudentie

    Op 1 januari 2019 heeft X een verzekering afgesloten bij Achmea, in welke verzekering een alcoholclausule was opgenomen. Op 22 juli 2019 veroorzaakt X onder invloed van alcohol een dodelijk ongeval. Achmea betaalt € 30.657,35 aan de benadeelde. In deze zaak vordert Achmea dat X € 25.000 van het uitgekeerde bedrag aan haar betaalt, waarbij zij haar rechten voor de invordering van het resterende bedrag reserveert. X stelt dat hem geen ernstige schuld verweten kan worden en wijst erop dat hij nog niet onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld. De kantonrechter wijst de vordering toe en

  2. VR 2023/147 Deelgeschil letselschade. Geen voorrangsfout. Te hard gereden.

    Jurisprudentie

    Op 11 oktober 2020 vond er een ongeval plaats tussen verzoeker en de heer A op de kruising van de Dr. Berlagelaan en de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De Dr. Berlagelaan is een voorrangsweg. Verzoeker reed op zijn Yamaha-motorfiets over de Dr. Berlagelaan en kwam in botsing met de voor hem van rechts komende heer A. De heer A wilde op zijn Vespa-motorscooter vanaf de Hendrik Staetslaan de Dr. Berlagelaan oversteken. Zowel verzoeker als A liepen door deze aanrijding ernstig letsel op. De politie heeft een Proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict opgesteld. Het politierapport

  3. VR 2023/148 Scooter schrikt van auto die rotonde wil verlaten en valt. Causaliteitsverdeling. Eigen schuld. Geen billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie
    Op 20 oktober 2018 is X een eenzijdig ongeval overkomen. Hij reed op zijn scooter op een rotonde, waar automobilist Y van af wilde rijden. X schrok van de auto van Y en heeft zo hard geremd dat hij ten val kwam. De auto en scooter zijn niet tegen elkaar aangereden. X stelt Achmea, de WAM-verzekeraar van Y, aansprakelijk voor zijn schade. Achmea erkent geen aansprakelijkheid. X verzoekt, onder meer, een verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. De rechtbank verklaart voor recht dat Y voor 50% aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval en dat
  4. VR 2023/149 Verzekeraar weigert belangenbehartiger. Finale regeling niet aantastbaar.

    Jurisprudentie

    Op 2 november 2020 is X (verzoeker) een ongeval overkomen. X schakelt A in als belangenbehartiger. Nationale Nederlanden (hierna: NN), de verzekeraar van de verantwoordelijke bestuurder, erkent aansprakelijkheid. NN vermoedt dat A zich in eerdere zaken schuldig heeft gemaakt aan oplichting en valsheid in geschriften en verbreekt de samenwerking met A. NN adviseert X om een andere belangenbehartiger te zoeken, maar X houdt A aan. NN doet rechtstreeks aan X een voorstel tot finale kwijting, dat X accepteert. A vordert tevergeefs in kort geding dat NN en A de samenwerking hervatten. A stelt hoger

  5. VR 2023/15 Uitgangspunten voor een vereenvoudigde afwikkeling van letselschades

    Artikel
    Jaarlijks raken meer dan 70.000 mensen gewond in het verkeer bij een ongeval waarvoor een ander aansprakelijk is. En helaas neemt dat aantal nog ieder jaar toe. Ook buiten het verkeer ontstaan er jaarlijks vele ongelukken waarvoor een ander aansprakelijk is, bijvoorbeeld in de privé-situatie of op de werkvloer. Van de ene op de andere dag verandert dan het leven voor deze personen en hun naasten. Herstellen van het opgelopen letsel en een terugkeer naar het leven zoals dat was vóór het ongeval, is wat iedereen graag wil maar helaas is dat niet voor iedereen altijd mogelijk. Naast alle emoties die een ongeval oproept en de tijd en energie die het herstel vraagt, krijgen benadeelden te maken met het proces om de schade die zij lijden als gevolg van het letsel, af te wikkelen. Een tegenwoordig helaas vaak al snel geformaliseerd en gejuridiseerd proces, dat vaak meer gericht lijkt te zijn op het proces van schaderegeling door de betrokken professionals, dan op het herstel en de behoeften van de benadeelde.
  6. VR 2023/150 Aanrijding voetgangers, geen billijkheidscorrectie, verdeling aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie

    Op 1 mei 2022 vond er op het fietspad naast de Nesdijk in Bergen een verkeersongeval plaats waarbij de heer A en mevrouw B betrokken waren. Persoon X, die verzekerd is bij ASR, naderde hen van achteren op een snorfiets en heeft hen niet, of in elk geval niet op tijd, waargenomen. Hierdoor zijn de heer A en mevrouw B van achteren geraakt door persoon X, waardoor alle drie ten val kwamen en letsel opliepen. Als gevolg van het ongeval verloor de heer A tijdelijk zijn bewustzijn en moest hij behandeld worden voor botbreuken, kneuzingen, dubbelzien en onder andere ernstige hoofdpijnklachten. Hij is

  7. VR 2023/151 Snorfietser rijdt van stenen trap in voetgangersgebied. Zorgplicht wegbeheerder; geen gebrekkige opstal.

    Jurisprudentie

    Op 9 juni 2022 is X ten val gekomen toen hij met zijn snorfiets van een stenen trap reed. X stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. VGA, de verzekeraar van de gemeente, erkent geen aansprakelijkheid. In dit deelgeschil verzoekt X onder meer een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is omdat sprake is van een gebrekkige weginrichting. De kantonrechter wijst de verzoeken af en overweegt hiertoe als volgt. X betoogt dat de weginrichting gebrekkig was in de zin van art. 6:172 BW. Primair stelt hij dat geen duidelijk waarschuwingsbord of hekje was geplaatst, waarop staat

  8. VR 2023/16 Compassie met veroorzakers van ernstige verkeersongevallen?

    Column
    In dagblad Trouw van 2 februari 2022 stond een bijdrage van de advocaten Willem Backer en Rafael Schreudering getiteld ‘Onderbuikpolitiek ondergraaft legitimiteit strafrecht’. Zij gingen in op het maatschappelijk sentiment en reacties in politiek en samenleving die dikwijls worden opgeroepen door ernstige verkeersongevallen, vooral als de veroorzaker van een ongeval zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verkeerswangedrag. De publieke opinie is voor veroorzakers van ernstige verkeersongevallen vaak vernietigend en reacties in politieke kringen bestaande uit een oproep tot strenge bestraffing worden herhaaldelijk beheerst door de onderbuik. Ter illustratie wijzen Backer en Schreudering op de commentaren die verschenen naar aanleiding van het verkeersongeval dat is veroorzaakt door de voetballer Rai Vloet. Die berichtgeving hebben Backer en Schreudering ‘met ergernis’ gevolgd. Als het onderzoek door de politie evenwel nog gaande is en de zaak zelfs nog voor de rechter moet worden gebracht, is terughoudendheid geboden met de roep om vergelding. Als tegenwicht tegen de publieke opinie en politieke onderbuikgevoelens is in de strafrechtelijke procedure een kritisch oordelende strafrechter onmisbaar, zo geven Backer en Schreudering aan.
  9. VR 2023/18 Administratieve sanctie. Gelijkheidsbeginsel.

    Jurisprudentie

    De omstandigheid dat aan de betrokkene een sanctie is opgelegd (i.c. voor rijden door rood licht), terwijl er in het kader van een landelijke politieactie geen sancties zouden worden opgelegd voor kleine verkeersovertredingen, brengt niet met zich dat de betrokkene van een sanctie gevrijwaard zou moeten worden. Voor zover de betrokkene een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel, wordt dit verworpen. Immers van een schending van het gelijkheidsbeginsel zou slechts sprake zijn indien zonder (juridische) geldige reden ten nadele van de betrokkene zou zijn afgeweken van geldend beleid met

  10. VR 2023/19 Administratieve sanctie. Samenloop.

    Jurisprudentie

    Bij de beoordeling of in het geval van meerdere gedragingen sprake is van een voortgezette handeling stelt het hof voorop dat een verkeersdeelnemer voortdurend te maken krijgt met nieuwe verkeerssituaties, waarin hij alert dient te zijn en waarin hij derhalve bij voortduring beslissingen neemt en moet nemen. Er is niet snel sprake van meerdere gedragingen die voortkomen uit één ongeoorloofd wilsbesluit. Dat is in dit geval niet anders. De bestuurder reed van de invoegstrook over het puntstuk naar rijstrook 2 (dat was de eerste overtreding) en koos er vervolgens voor om direct door te rijden

  11. VR 2023/20 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid. Inhalen. Maximumsnelheid.

    Jurisprudentie

    De verdachte is als bestuurder van een auto op een smallere weg, terwijl er vanwege duisternis en mist een beperkt zicht was, evident gevaarlijk een andere auto gaan inhalen. Daardoor heeft hij een tegemoetkomende bromfietser aangereden die daardoor zwaar lichamelijk letsel opliep. Daarbij heeft verdachte, gezien het type weg en het beperkte zicht, een uitzonderlijk hoge en onverantwoorde snelheid gehanteerd. Met dergelijk weggedrag heeft verdachte bewust onverantwoorde risico’s genomen, daarmee geen enkel respect getoond voor de belangen van andere verkeersdeelnemers en daarmee laten zien

  12. VR 2023/21 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Tenlastelegging. Feitomschrijving.

    Jurisprudentie

    De verdachte heeft als bestuurder van een taxi een voetganger op een zebrapad aangereden waardoor de voetganger ernstig gewond is geraakt. De steller van tenlastelegging heeft, blijkens de feitelijke omschrijving van het onder 1 primair tenlastegelegde, het oog gehad op - kort gezegd en voor zover hier van belang - het negeren van verkeersborden (berijden trambaan zonder ontheffing en het niet volgen van de verplichte rijrichting) en het niet verlenen van voorrang aan een voetganger op een voetgangersoversteekplaats. Nu het negeren van de verkeersborden enkel samenhangt met het al dan niet

  13. VR 2023/22 Ernstige mate schenden van verkeersregels. Opzet. Gevaar te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.

    Jurisprudentie

    Doordat de verdachte, die met veel te hoge snelheid reed op een weg binnen de bebouwde kom met meerdere voetgangersoversteekplaatsen, onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voorliggende voertuig en aldus zeer dicht tegen dat voertuig heeft aangereden (art. 5a, eerste lid, onder h WVW 1994) en zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien (art. 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990), is vervolgens ter hoogte van een voetgangersoversteekplaats een botsing met die

  14. VR 2023/23 Dood door schuld. Strafmaat. Redelijke termijn.

    Jurisprudentie

    Verdachte is, onder invloed van drank en cannabis, als bestuurder van een personenauto ter hoogte van een rotonde tegen een trottoirband gereden, waardoor hij met zijn personenauto over de kop is geslagen en tegen een lantaarnpaal is gebotst, waarbij een inzittende uit de auto is geslingerd en is komen te overlijden (art. 6 WVW1994). Het betreft een zeer ernstig feit dat met name voor de nabestaanden van het slachtoffer, die ten tijde van het ongeval 28 jaar was, onherstelbaar leed moet hebben toegebracht. Daarbij heeft verdachte de grenswaarde voor het gebruik van alcohol fors overschreden

  15. VR 2023/24 Onjuiste en misleidende verklaringen benadeelde. Onrechtmatige daad jegens verzekeraar; schadevergoeding. Persoonlijk onderzoek rechtmatig.

    Jurisprudentie

    Op 6 april 2012 is rijinstructrice X bij een verkeersongeval van achteren geraakt. De verzekeraar van de achterste auto, Vivat, erkent aansprakelijkheid. Vivat laat een persoonlijk onderzoek uitvoeren naar X, waarna Vivat de onderhandelingen beëindigt. De schadevergoedingsvordering van X wordt bij verstekvonnis toegewezen. In verzet wordt het verstekvonnis vernietigd en wordt X in reconventie veroordeeld om schadevergoeding en door Vivat verrichte onverschuldigde betalingen aan Vivat te betalen. X gaat in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis en overweegt hiertoe als volgt. X is in 2007

  16. VR 2023/25 Peuter valt in vijver en raakt gehandicapt. Verhuurder aansprakelijk? Geen onrechtmatige daad of tekortkoming in nakoming huurovereenkomst.

    Jurisprudentie

    Op 4 oktober 2005 is de 19 maanden oude peuter X met zijn driewieler uit de achtertuin van zijn ouders weggereden. Hij is in de vijver in de voortuin van een andere woning beland, waarbij hij bijna is verdronken. Door langdurig zuurstofgebrek is X ernstig verstandelijk, lichamelijk en visueel gehandicapt geraakt. Hij functioneert op het niveau van een kind van 11 maanden en zal de rest van zijn leven volledig afhankelijk zijn van de hulp van anderen. A en B, de ouders van X, spreken de verhuurder van zowel hun eigen woning, als de woning waaraan de vijver lag, De Huismeesters, aan voor de

  17. VR 2023/26 Kosten rechtsbijstand; no cure no pay afspraak; opeenvolgende belangenbehartigers.

    Jurisprudentie

    In 1992 raakt X betrokken bij een aanrijding, waarbij hij ernstig letsel oploopt. Verzekeraar Y erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding. In het schadeafwikkelingstraject wordt X eerst bijgestaan door A. Voor de kosten van rechtsbijstand sluit X met A een no cure no pay afspraak die inhoudt dat A 15% ontvangt van de schadevergoeding die Y aan X betaalt, waarbij X en A een vrije voet afspreken van ƒ 300.000. Nadien nemen achtereenvolgens B, C, D en E de belangenbehartiging (inclusief de no cure no pay afspraak) over. X en E twisten over (i) de hoogte van de

  18. VR 2023/27 Ongeval na ruzie op de weg. A klom op motorkap van B, waarna B wegreed. Art. 185 WVW van toepassing. Sprake van overmacht; sprake van noodweer.

    Jurisprudentie

    Op 26 mei 2019 is een ongeval ontstaan. B reed met zijn neefje F in een bij Univé verzekerde auto. Onderweg kwamen zij een rode auto tegen met voorin twee vrouwen en achterin twee mannen, A en E. Op een gegeven moment begon A beledigingen naar B te roepen. Toen beide auto's voor een stoplicht tot stilstand kwamen, stapten A en E uit en liepen naar de auto van B. De twee vrouwen zijn vervolgens doorgereden. A sprong op de motorkop van de auto van B, begon op de voorruit te slaan, en vernielde de antenne en ruitenwissers. E bonkte op de ruit naast B. B was bang voor zijn veiligheid en de

  19. VR 2023/28 Fietser komt ten val door rechts inhalende fietser. Toedracht. Causaliteit. Schadeposten.

    Jurisprudentie

    In de nacht van 3 op 4 november heeft een ongeval plaatsgevonden. X fietste weg bij een stoplicht, toen zij rechts werd ingehaald door fietser Y. Daarbij botsten X en Y, waardoor X ten val kwam en letsel op liep. X vordert een verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Daarnaast vordert X schadevergoeding, nader op te maken bij staat, en een voorschot op die schadevergoeding. Zij stelt dat Y in strijd heeft gehandeld met art. 11 lid 3 RVV door rechts in te halen. Y stelt dat hij op grond van art. 11 lid 2 RVV rechts

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!