Zoeken

9714 resultaten gevonden

  1. VR 2023/82 Productaansprakelijkheid bij massaschade

    Artikel
    Medische productschade treft vaak een grote groep mensen. Bij een productie- of ontwerpfout is doorgaans niet één product gebrekkig, maar een hele serie. In de recente geschiedenis hebben we te maken gehad met problemen rondom de borstimplantaten van de fabrikant PIP, het anticonceptiemiddel Implanon, de steralisatiemethode Essure, transvaginale mesh en metaal-op-metaal heupprotheses. Langer geleden veroorzaakte het beruchte medicijn DES een grote groep slachtoffers. De voorbeelden hebben gemeen dat een groep personen (meestal vrouwen) stelden productschade te hebben geleden. Desalniettemin hebben deze schadeveroorzakende gebeurtenissen niet in veel procedures geresulteerd. Als er al werd geprocedeerd, dan gebeurde dit hoofdzakelijk op individuele basis. Een individuele procedure van een gelaedeerde tegen een fabrikant van een medisch product kent obstakels die ertoe kunnen leiden dat de gelaedeerde afziet van het instellen van een rechtsvordering. Zo kan er sprake zijn van ‘rationele apathie’ doordat de individuele schade niet opweegt tegen de kosten van een procedure of kan het de gelaedeerde de middelen ontbreken om het tegen een kapitaalkrachtige onderneming op te nemen. Daar komt bij dat de regeling inzake productaansprakelijkheid beperkingen met zich brengt, bijvoorbeeld op het gebied van verjaring en verval. Deze omstandigheden hebben ertoe geleid dat het productaansprakelijkheidsrecht sinds de introductie van de richtlijn productaansprakelijkheid een grotendeels slapend bestaan heeft geleid en er weinig productaansprakelijkheidszaken in de jurisprudentie voorkomen.
  2. VR 2023/83 Onnodig toeteren. Valt toeteren onder 'signalen' of 'geluid'.

    Jurisprudentie

    Betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het langdurig en onnodig gebruik van zijn claxon. Hij heeft een boete gekregen voor het 'onnodig geluid veroorzaken' ex. art. 57 RVV. In hoger beroep betoogt de verdachte dat het luiden van zijn claxon onder het aangeven van 'signalen' valt ex. art. 28 RVV. Het hof wijzigt het delict naar art. 28 RVV aangezien hij op grond van de tekst van art. 28, 31 en 57 RVV en de Nota van toelichting bij deze artikelen meent dat geluidssignalen enkel door art. 28 en 31 RVV worden beheerst.

  3. VR 2023/84 Rood verkeerslicht. Kruising. Overmacht.

    Jurisprudentie

    Betrokkene is een sanctie opgelegd vanwege het niet stoppen voor rood licht. Betrokkene voert aan dat hij niet opzettelijk door rood is gereden. Er zou sprake zijn geweest van een gewijzigde en voor hem ongunstige verkeerssituatie. Betrokkene had geen zicht op het rode verkeerslicht doordat hij in een kort tijdsbestek meerdere kanten op moest kijken. Een bestuurder op de tegemoetkomende weghelft reed eveneens door rood, wat bij betrokkene de indruk wekte dat hij mocht doorrijden. Betrokkene vraagt ook rekening te houden met zijn lengte, waardoor hij hoger in de auto zit en daarom minder zicht

  4. VR 2023/85 Verkeersteken. Verkeersbord. Aanwezigheid. Bewijs.

    Jurisprudentie

    Om de aanwezigheid van bebording met een voldoende mate van zekerheid te kunnen vaststellen, wordt - anders dan in Hof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:1803 - niet langer onderscheid gemaakt tussen statische handhaving met flitspalen (inclusief trajectcontrole) enerzijds en kom- en zonebebording anderzijds. Als uitgangspunt wordt voortaan gehanteerd dat de aanwezigheid van de bebording ten tijde van de gedraging met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld als blijkt dat deze bebording aanwezig was op enig moment niet meer dan zes maanden vóór en niet meer

  5. VR 2023/86 Kruising. Uitrit.

    Jurisprudentie

    De betrokkene is een sanctie opgelegd wegens het stilstaan op een kruispunt. Stond hij stil op een kruispunt of voor een uitrit? Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een in- of uitrit, is van belang of van iedere verkeersdeelnemer ter plaatse mag worden verwacht dat hij een uitmonding op duidelijk herkenbare wijze als in- of uitrit kan herkennen. Daarbij speelt de bestemming van de uitmonding (bijvoorbeeld de toegang tot een erf van een woning of bedrijfsunit) en de constructie van de uitmondingssituatie een belangrijke rol. Naar het oordeel van het hof is weliswaar sprake van

  6. VR 2023/87 Parkeren. Eigen uitrit.

    Jurisprudentie

    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 95,- voor: “parkeren voor een in- en/of uitrit”. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken van redenen om een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Het hof wil wel aannemen dat het voertuig geparkeerd stond voor de woning van de bestuurder van het voertuig, maar de kantonrechter overweegt terecht dat het verbod om voor een in- en/of uitrit te parkeren ook geldt als het een eigen in- of uitrit betreft.

  7. VR 2023/88 Lading. Zicht. Spiegels.

    Jurisprudentie

    In art. 5.18.5, tweede lid, van de Regeling voertuigen is bepaald dat indien het gezichtsveld van de voor voertuigen van de categorie waartoe het voertuig behoort voorgeschreven spiegels of camera-monitorsystemen wordt beperkt door lading die aan de achterzijde van het voertuig is aangebracht of door een door het voertuig voortbewogen aanhangwagen, met inbegrip van de lading, het voertuig moet zijn voorzien van een linker- onderscheidenlijk rechterbuitenspiegel of camera-monitorsystemen waarmee de bestuurder een in bijlage VIII, hoofdstuk 2, titel 2, paragrafen 1 tot en met 6, vastgesteld

  8. VR 2023/89 Dood door schuld. Beginnend bestuurder. Strafmaat.

    Jurisprudentie

    Als beginnend bestuurder heeft de verdachte zeer onvoorzichtig en zeer onoplettend een auto bestuurd, met zeer ernstige gevolgen voor de passagiers van de auto. Vanwege dit zware verwijt aan de verdachte, met grote gevolgen, is het hof, met de rechtbank, van oordeel dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een geldboete, een taakstraf, een voorwaardelijke gevangenisstraf of een combinatie van deze straffen. De verdachte heeft als bestuurder van het voertuig onverantwoorde risico’s genomen, niet alleen met zijn eigen leven maar ook met name met het leven van andere inzittenden en

  9. VR 2023/90 Dood door schuld. Vertrouwen op aanwijzingen van derde.

    Jurisprudentie

    Doordat verdachte zijn combinatie moest “ophalen”, was er op gegeven moment een aanzienlijk gat ontstaan tussen de door betrokkene 1 bestuurde kraanwagen en de door verdachte bestuurde combinatie. Daarmee verdween voor de overige verkeersdeelnemers het beeld van het rijden in konvooi voor wat betreft de kraanwagen en de combinatie, zodat er voor overige verkeersdeelnemers meer gelegenheid ontstond om zich tussen beide voertuigen te begeven. Van die gelegenheid is blijkens de camerabeelden van camera 4 ook volop gebruik gemaakt. Zolang betrokkene 1 zich - behalve op het besturen van zijn eigen

  10. VR 2023/91 Straatrace. Medeplegen van het veroorzaken van een verkeersongeval. Geen onderscheid tussen aandeel medeverdachte en verdachte.

    Jurisprudentie

    Op 20 maart 2021 hebben de verdachte en de medeverdachte een spontane straatrace gehouden waarbij met hoge snelheden door de bebouwde kom werd gereden. Vanwege de zeer hoge snelheid waarmee de medeverdachte reed heeft het slachtoffer de situatie waarschijnlijk verkeerd ingeschat en is hij de voorrangskruising opgereden, waarna de medeverdachte hem met zeer hoge snelheid heeft aangereden. Het slachtoffer heeft hier zwaar lichamelijk letsel aan overgehouden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels geschonden door zeer gevaarlijk

  11. VR 2023/92 Dubbele beenbreuk bij voetbalwedstrijd. Onrechtmatige daad.

    Jurisprudentie

    Op zondag 4 mei 2014 speelde appellant een voetbalwedstrijd met zijn team Odin 3 tegen het team VSC 4, waarin geïntimeerde speelde. Tijdens de wedstrijd maakte geïntimeerde een sliding tackle op appellant, waardoor appellant een ernstige dubbele beenbreuk opliep. De scheidsrechter, tevens voorzitter van Odin, gaf geïntimeerde na afloop van de wedstrijd een rode kaart vanwege een buitensporige overtreding. De scheidsrechter vulde verschillende rapporten in waarin hij de overtreding van geïntimeerde en de gevolgen daarvan beschreef. De toen aanwezige grensrechter heeft eveneens een schriftelijke

  12. VR 2023/93 Aansprakelijkheid verkoper bij proefrit. Letselschade door autobrand.

    Jurisprudentie

    Tijdens een proefrit op 9 augustus 2017 in een auto van appellant is de motor afgeslagen en ontstond er vervolgens een brand waarbij zowel geïntimeerde als appellant lichte brandwonden opliepen. Appellant heeft de schade aan de auto vergoed gekregen van zijn verzekeraar en de restanten van de auto zijn vernietigd. Geïntimeerde heeft appellant aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de autobrand. De WAM-verzekeraar van appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van geïntimeerde niet onder de WAM-dekking valt. Een

  13. VR 2023/94 Schadestaatprocedure in letselschadezaak. Ongeval in vakantiepark.

    Jurisprudentie

    Bij vonnis van 6 februari 2019 is Roompot veroordeeld tot vergoeding van schade die eiser ten gevolge van een ongeval heeft geleden. Eiser viel in het zwembad van Roompot en liep hierbij een breuk op aan de rechterbovenarm. Er is een deskundigenonderzoek uitgevoerd door een neuroloog en orthopedisch chirurg van MediLibra Medische Expertise om vragen over de letselschade te beantwoorden. Beide partijen kregen de gelegenheid om te reageren op de conceptrapporten, maar zij hebben hier geen gebruik van gemaakt. De definitieve rapporten zijn door de experts op 16 februari 2022 uitgebracht. In de

  14. VR 2023/95 Eindvonnis, aansprakelijkheid wegbeheerder, geen eigen schuld, ernstige oneffenheid, CROW-richtlijnen, hoogteverschil wegdek en put.

    Jurisprudentie

    Op 8 april 2017 is persoon x ten val gekomen met zijn scooter door een putdeksel in de Rondom, gemeente Lansingerland. Hij heeft hierbij ernstig letsel opgelopen, waaronder drie schedelfracturen, diverse bloedingen en schaafwonden. Bewakingscamera's van de Jumbo-supermarkt hebben het ongeval vastgelegd. Persoon x heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente, Melior, heeft geweigerd dekking te verlenen omdat zij van mening zijn dat de gemeente niet aansprakelijk is. Melior heeft Bosscha Ongevallenanalyse B.V. opdracht gegeven

  15. VR 2023/96 Verkeersongeval, onrechtmatige daad, eigen schuld, geen groepsaansprakelijkheid.

    Jurisprudentie

    Op 5 april 2017 vond er een aanrijding plaats tussen voetganger en gedaagde 1 c.s. terwijl voetganger aan de rechterkant van de weg (straat 1) liep en gedaagde 1 op dat moment fietste in straat 1. Voetganger liep ernstig letsel op en is volledig arbeidsongeschikt verklaard. De politie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval, en er is een proces-verbaal opgesteld met getuigenverklaringen. Gedaagde 1 verklaarde dat hij de vrouw niet kon ontwijken en frontaal tegen haar aanreed. Er was geen tijd meer om te remmen en hij reed op dat moment 29 km/u. Gedaagde 2 riep "Ho" naar de voetganger en kon

  16. VR 2023/97 Werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:611 BW. Gesubrogeerde AVB-verzekeraar spreekt assurantietussenpersoon aan. Had assurantietussenpersoon moeten adviseren adequate verzekering af te sluiten? Zorgplicht niet geschonden.

    Jurisprudentie

    Op 7 augustus 2008 overkomt werknemer X een ongeval in de uitoefening van haar werkzaamheden. Zij reed in een leaseauto van werkgever Outpost. Als gevolg van het ongeval loopt X letsel op. Ze spreekt Outpost aan op grond van art. 7:611 BW, omdat Outpost zou hebben verzuimd om ten behoeve van haar werknemers die voor hun werk aan het verkeer deelnemen, een adequate verzekering af te sluiten. Outpost stelt haar assurantietussenpersoon Lands Advies aansprakelijk voor de schade van X wegens het ontbreken van een adequate verzekeringsdekking. De AVB-verzekeraar van Lands Advies wijst de

  17. VR 2023/98 Ongeval met twee botsmomenten, deskundigenrapport, causaliteitsverdeling 50/50, billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Deze zaak betreft een ernstig verkeersongeval op de A9, waarbij persoon X op een Suzuki motor betrokken was en een dwarslaesie opliep. Ook persoon Y in een Renault Megane en persoon Z in een Ford Fiësta waren betrokken. Persoon Y is verzekerd bij Achmea en persoon Z is verzekerd bij National Academic. De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de toedracht van het ongeval niet kon worden vastgesteld. Om te kunnen beoordelen of de andere partijen onrechtmatig hebben gehandeld, was een onafhankelijk deskundigenonderzoek nodig. Persoon X kan zich grotendeels vinden in de conclusies van

  18. VR 2023/99 Doos valt op toerist in souvenirwinkel. Souvenirwinkel aansprakelijk.

    Jurisprudentie

    Op 26 juni 2018 is X een ongeval overkomen. In een souvenirwinkel gooide de ene medewerker een doos van maximaal 2 kg omhoog naar een collega, die op een hoger gelegen opslag in de winkel stond. De doos werd niet gevangen, maar viel weer naar beneden en landde op de nek van X. In een tussenvonnis is geoordeeld dat de souvenirwinkel door als beschreven te handelen, zonder te nemen veiligheidsmaatregelen, onrechtmatig jegens X heeft gehandeld. Om het causale verband tussen het ongeval en de klachten vast te stellen, heeft een descente en een getuigenverhoor plaatsgevonden. In dit eindvonnis

  19. VR 2024/01 Het Verstekeling-arrest revisited

    Artikel
    In deze bijdrage staat centraal het bekende Verstekeling-arrest (HR 27 januari 1984, NJ 1984, 536, m.nt. W.C.L. van der Grinten). Daarin oordeelde de Hoge Raad kort gezegd dat een bestuurder die een verkeersfout maakt waardoor zijn auto over de kop slaat, niet aansprakelijk is jegens een meerijdende verstekeling aangezien de bestuurder niet op diens aanwezigheid bedacht hoefde te zijn. Dit arrest staat tot op de dag van vandaag zonder veel commentaar in de handboeken. In deze bijdrage wordt verdedigd dat de uitspraak in Verstekeling inhoudelijk aanvechtbaar is en dat het bovendien valt te betwijfelen of zij nog geldend recht is in het licht van in 2022 gewezen shockschade arrest.
  20. VR 2024/02 Dr. L.H. Pals, pionier en visionair

    Column
    Op het omslag van de titelpagina van zijn dissertatie Onrechtmatige doodslag, Van beperkte naar volledige schadevergoeding, staat vermeld: “L.H. Pals, drs. in de rechtsgeleerdheid, promoveerde op 18 oktober aan de Rijksuniversiteit van Groningen op dit proefschrift. Promotor was prof. C.J.H. Brunner.” Dat was in het jaar 1983. Het zal toeval zijn geweest dat ik op de datum van zijn promotie, 18 oktober, doch 40 jaar later door zijn zoon Bas werd geïnformeerd over het overlijden van Bert Pals enkele dagen eerder.

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!